Zonder de GM’s Werle en Ernst, die Bundesligaverplichtingen hadden, en zonder de inspirerende aanwezigheid van Dr MJR Witwijntje, was van te voren duidelijk dat het een zware middag zou worden. De strategie was dit keer: drie overwinningen met wit en verder minimaal 4 remises. Het eerste deel ging nog wel aardig, maar het tweede deel lukt voor geen meter. Opvallend was dat er slechts 1 partij meer dan 40 zetten telde. Voor de rest veel kurzpartien, die resulteerden in een terechte 3-7 nederlaag.
Meest evenwichtige partij van de dag was ongetwijfeld Joop Houtman – Michiel Bosman. Al snel was de muziek er uit en de remise een feit. Verder veel misverstand. Bart Beijer werd zoals verwacht uit de opening weggetikt (en hoopt nooit meer mee te hoeven spelen). Roel Donker kwam de verwikkelingen in het middenspel niet te boven. Iozefina Paulet kwam er vanuit de opening niet aan te pas. Arjan Dijkstra beleefde weinig plezier aan zijn debuut en stortte rond de 17e zet ineen. Joost Wempe dacht zich wellicht op te maken voor een moeizame verdediging en greep toen pardoes mis. En Erik Hoeksema tenslotte werd ‘ge-elijnd’; de witte stukken hadden daar vrij spel, hetgeen Erik deed verzuchten: ‘wat kan een mens toch slecht spelen’. Veel teamgenoten konden het daar mee eens zijn. Uiteraard moet gezegd dat deze malheur door de Leidenaren vakkundig werd uitgelokt en op de overwinning van LSG is dan ook niets af te dingen.