Zaterdag 9 oktober was het zover, wij trotse Apeldoorners reisden naar Den Bosch om onze eer te verdedigen. In een donker zaaltje waar onze geesten het best tot hun recht kwamen moesten we het opnemen tegen HMC. Een stap verder van de degradatie als mede een stap dichter bij het kampioenschap waren de voornaamste doelen.
Laten we beginnen met zij die gesneuveld zijn in de strijd
Alexander Kabatianski verloor snel van Twan Burg. Uit betrouwbare bronnen heb ik een naam gekregen waarvan ik niet weet of het klopt noch wat het betekent, maar mensen, vrees en huiver: ‘de stapelbedvariant’. Stefan Kuipers speelde slecht. Freddie van de Elburg wist de tegenstander op bekend terrein te lokken, zodat Freddie het eigenlijk alleen nog maar af hoefde te maken. In al zijn enthousiasme was het echter zijn tegenstander die in tijdnood het aan het langste einde trok.
Dan nu naar de mensen die met een wit vlaggetje het slachtveld verlieten, om samen met de tegenstander te gaan bezatten in plaats van te vechten. Sjef Rijnaarts pakte het eindspel spectaculair aan, zijn enige paard offerde hij om zo de teamzegen binnen te halen. Wanneer Sjef offert, zo luidt in Apeldoorn het motto, dan kan je als tegenstander beter direct je smiezen pakken. Remise. Roeland Pruijssers ging voor de kleine plus, om er vervolgens na lange tijd achter te komen dat hij voortaan genoegen gaat nemen met een grotere plus. Arthur van de Oudeweetering had twee stukken tegen een toren, wat hij niet meer wist te verzilveren voor de winst.
Ook waren er mensen die met opgeheven hoofd het strijdveld verlieten:
Merijn van Delft wist als een ervaren vechter dat soms de beste manier om beter te komen te staan je niet alleen maar naar voren moet gaan. Soms moet je een stapje naar achter doen. Met sluwe schijnactiviteit wist hij als het ware met een explosie opeens al zijn stukken op de juiste velden te zetten, zijn tegenstander wist niet wat hij met dit onverwachtse geweld moest doen en ging snel ten onder.
Armen Hachijan speelde een gecompliceerde partij. Naar de mening van de auteur had hij een simpel ruimtevoordeel, en wist twee zwakheden in de kamp van de tegenstander uit te buiten. Maar bij de analyse toverde hij de ene na de andere gecompliceerde variant uit de hoed. Onbegrijpelijk. Maargoed, het moraal van het verhaal: Armen wint.
Sebastian Siebrecht kwam slecht uit de opening, maar wist dat hij zijn kansen moest pakken in de tijdnoodfase, waar het soms prijsschieten is. Een schaker kan in de tijdnoodfase meer krijgen dan een vrouw bij de uitverkoop van de H&M.
Bij Tom Meurs leek het voor de simpele ziel simpel: een solide stelling. Maar beide schakers wisten dat de spanning de ketel ontsteeg, de witspeler krakte onder de immense druk en maakte een blunder, door een kwaliteitsoffer toe te laten. Toen de magnesium uit de fosforbom uitdoofde was het uiteindelijk Tom die tijdens de storm de juiste stukken had gepakt.
Kortom, we zijn weer terug in Apeldoorn gekomen met 5,5-4,5. We hebben onze plicht gedaan.
Tom Meurs
(verslag en foto uit SBSA-bericht 515)
Klik op de wedstrijdenreeks voor de partijen.