De kaarten zijn geschud. We mogen weer naar huis. Het was een leerzame, boeiende en vermoeiende ervaring. Bijna twee weken lang leven als een fanatiek schaker. Uren voorbereiding, partijen spelen en dan alweer de focus op de volgende ronde. Nooit gedacht dat ik na een schaaktoernooi zou zeggen dat ik blij ben dat ik even niet meer hoef te schaken.
Dick en ik gaan weer aan het werk. Jochem Snuverink ook. Die werkt aan die deeltjesversneller in Zwitserland. Interessant! David Miedema scoorde met zijn no-nonsense stijl een tpr boven de 2500 en gaat binnenkort een titel verdedigen in het zuiden van Duitsland. Hij moet alleen wel om half vijf op om zijn tent af te breken. Chauffeur Daan Brandenburg wil al om zes uur vertrekken. Dat doen Dick en ik trouwens ook. Onze laatste ronde leverde beiden een snelle overwinning op. Dick leverde een ouderwetse Kaaiemanpartij af. Fritz gaf hem op zeker moment dik vier punten nadeel. Dat kwam door twee geofferde torens. Daar zit hij niet mee. Gewoon dwars door het midden die Griek mat zetten. En zo geschiedde.
Erwin l’Ami gaat binnenkort op bezoek bij Topalov. Voorbereiden voor de match met Kamsky. Wat de anderen doen? Geen idee.
Ik ben 274e van Europa geworden. Dick 276e. Kunnen we daarmee thuis komen? Ja natuurlijk! Wij hebben zelfs twee grootmeesters achter ons gelaten.
Dit laatste verslag is kort. Het zij zo. De wekker gaat snel. Morgen knuffel ik mijn kleine ventje weer en krijg ik ook weer eens die lekkere grote borsten in handen. In dat licht duren twee weken erg lang. Laat ik afsluiten met de woorden die mijn clubgenoot Hans Böhm gebruikte toen hij indertijd het radioprogramma Man en Paard afsloot:
“Schaakvrienden en schaakvriendinnen, dat wastie weer… graag gedaan!”
Richard Vedder.