Travaille

Toen ik nog een jong ventje was leek me een leven als professioneel schaker het einde. Overal heen reizen en je geld verdienen met wat eens je hobby was. Zover kwam het niet. Ik was lang niet goed genoeg, ging gewoon naar school, in militaire dienst en daarna aan het werk. Ziedaar, de gewone man.

Tijdens zo’n verblijf van twee weken gedurende een toernooi als het Europees kampioenschap maak je een beetje mee wat de doorsnee profschaker meemaakt. Slapen, ontbijten, stukje wandelen, voorbereiden, schaken, eten en dat was weer een dag. De gemiddelde profschaker verdient vast minder dan modaal. Als Dick en ik een biertje happen in de kroeg zie je steeds Russen langs lopen. De hele avond rondjes lopen door de stad. Geen rooie cent op zak waarschijnlijk, want het geld wordt beheerd door een kort dik grijs mannetje. Vast een ouderwetse KGB-er die ze goed in de smiezen houdt.

Uiteraard zijn er ook professionals die een goed leven hebben. Het neusje van de zalm. Maar er zijn er ook zat voor wie het knap lastig is de eindjes aan elkaar te knopen. En die zouden kunnen eindigen zoals enkele Aix les Bainers die met een bordje met een zielige tekst erop in de winkelstraat zitten in de hoop dat iemand ze wat toestopt. Dat is eigenlijk wel bijzonder. Er zit er een met een bordje met “j’ai faim” erop. Die man zijn buik is dikker dan de mijne. En die van mij, daar zou al best wat af mogen. En het gekke is, hij zit voor iets dat op een uitzendbureau lijkt. Volgens mij zouden die wel manieren moeten weten voor die man om aan geld te komen. Maar ja, als het ook lukt door met je hand open de stoep warm te houden…

Op weg naar de supermarkt kwam ik een andere tegen. Die zat niet op zijn krent, maar die liep briefjes uit te delen. Dat ie twee kinderen had en dat die ook eten moesten en zo. Ik gaf hem zijn briefje terug en mompelde iets tegen hem in mijn beste Frans: “travaille”. Vond ie niet leuk…

Maar, om weer terug te komen op het begin van dit verhaal… Ik ben blij dat ik af en toe een schaaktoernooitje kan spelen als hobby en als vakantie. Dat de resultaten een beetje tegenvallen, ach dat kan een keer gebeuren. En af en toe zie je dan mooie dingen gebeuren. Ongetwijfeld hebt u Pantsulaia – Polgar al nagespeeld. Zo niet, dan moet u dat meteen gaan doen. Wat een juweel! Bij mij in het casino smaakte De Kaaieman het genoegen eens ouderwets door een Najdorf heen te beuken:

Dick De Graaf – Claude Maruejols

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Lg5 e6 7.f4 Le7 8.Df3 Dc7 9.0–0–0 Pbd7 10.Ld3 h6 11.h4! Gewoon theorie, maar lastig te verdedigen als je alleen maar op hoofdvarianten gerekend hebt. Pc5 12.f5 Ld7 13.fxe6 fxe6 14.e5 dxe5 15.Lg6+ Kd8 16.Lxf6 Lxf6 dit maakt het erg makkelijk. gxf6 was wat taaier. Maar goed, als je de nu volgende combinatie niet gezien hebt kan zoiets gebeuren… 17.Pxe6+! Pxe6 18.Pd5 Dc6 19.Pxf6 gxf6? Ook weer niet de sterkste, maar neem maar van mij aan dat zwart in een hopeloos eindspel terecht komt na 19… Dxf3 20 Txd7+ enz. 20.Dxf6+ Kc7 21.Dxe5+ En hier dacht de zwarte koning het vrije veld in te kunnen vluchten, maar hij wordt dan wel weduwnaar na 21… Kb6 22 Td6. Daarom gaf hij het maar op. 1–0

Van de anderen kan ik u weinig bijzonders melden. Dat komt omdat mijn eigen partij nogal wat tijd in beslag nam. Toen ik mijn fraaie toreneindspel in remise had laten verzanden waren er niet veel partijen meer aan de gang!

Richard Vedder.