Boekbespreking: Schaakboeken en politiek
Huh? Is er een vergelijking mogelijk tussen schaakboeken en politiek? Nou, een klein beetje wel. Vooral openingsboeken, en dan vooral die boeken die maar over een bepaalde variant gaan. Ik zie een vergelijking met de steeds groter groeiende groep “one-issuepartijen” die zich in ons politieke spectrum bevinden. Maar de vergelijking houdt snel op gelukkig, want waar in de politiek die partijen alleen maar tot meer discussie en weinig resultaat leiden, daar kan een schaakboek met maar één openingsvariant als onderwerp toch tot iets moois leiden.
Ik vond het wel opvallend, het afgelopen jaar. Boeken die niet meer over de bekende openingen gingen, maar over een variant. Zo was de inkt van mijn stukje over f2-f3 (zie http://www.schakers.info/?p=5053) nog niet droog, of er kwam er weer eentje:
Sabotage the Grünfeld
Larry Kaufman.
Tot op het hoogste niveau is de zet 3.f3 populair geweest als antwoord op 1.d4 Pf6 2.c4 g6. Denk bijvoorbeeld aan de WK-match tussen Anand en Gelfand uit 2012. De laatste tijd lijkt de populariteit van deze variant een beetje in te kakken. Ik meen hem bijvoorbeeld bij Tata niet te hebben gezien. De zwartspelers laten zich niet meer verrassen kennelijk en witspelers loeren weer op andere manieren om het Grünfeld-Indisch te bestrijden. Ik geef toe, ik neem wat risico met deze opmerking met in het achterhoofd de overwinning van Giri op Gelfand in deze variant tijdens de Olympiade, maar Anish won daar de slag in het middenspel. Niet in de opening! Een aardig potje overigens voor diegenen die de neiging hebben de kracht van het loperpaar te overschatten.
En daar zit je dan, met je boek over die ene variant. Met enthousiasme geschreven, dat kun je aan Kaufman wel overlaten. Het boek is opgedeeld in vijf hoofdstukken die verschillende speelwijzen van zwart behandelen. Daarna nog een stel oefeningen zodat u ervaring kunt opdoen met de stellingtypen die uit deze variant kunnen ontstaan. De praktische waarde van een dergelijk boek hangt sterk af van persoonlijke voorkeur. Ter beïnvloeding van uw keuze meld ik nog dat de variant dan wel minder populair is dan een paar jaar geleden, maar de resultaten voor wit blijven alleszins bemoedigend!
Een nog extremer voorbeeld van een “one-issue-openingsboek” is:
A Cutting-Edge Gambit against the Queen’s Indian
Imre Hera & Ufuk Tuncer
Dat is helemáál bijzonder. Een boek dat uitsluitend gaat over de variant die ontstaat na 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 b6 4.g3 La6 5.Dc2 c5 6.d5! Hoe groot is de kans dat u dat ooit op het bord krijgt? Een boek voor de echte liefhebber dus. In het boek vindt u een voorwoord van niemand minder dan Alexei Shirov die eindigt met de conclusie dat dit geen boek is over een enkele variant van het Dame-Indisch, maar dat het een boek is dat over “Modern Chess” gaat.
Toegegeven, áls je het op het bord krijgt met wit kunnen er leuke dingen gebeuren. De strijd wordt scherp en dat is net iets voor types als Shirov. Die zag ik dan ook eens bij de Europacup op Rhodos een aardig schoppartijtje produceren…
Shirov – Pedersen
Rhodos 2013
1.d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. g3 La6 5. Dc2 c5 6. d5 Le7 Dit zetje komt in het hele boek niet voor. Zelfs niet in het hoofdstuk “Minor 6th moves for black”. De meest serieuze test ondergaat zo’n gambiet natuurlijk als het wordt aangenomen! 7. e4 d6 8. dxe6 fxe6 9. Pg5 Lc8 Hoe treurig! 10. e5!
En wit staat al gewonnen. Deze zet dreigt niet alleen een paard te pakken, maar ook dreigt er een loper te scoren over de lange diagonaal. …Pd5 creatief, maar onvoldoende. 11. Pxh7 Pb4 12. Dg6+ Kd7 13. exd6 Lf6 14. Df7+ Kxd6 15. Lf4+ e5 16. Pa3 1-0
Maar liefst elf hoofdstukken over deze variant. Een variant met vele varianten dus. Zwartspelers zijn gewaarschuwd!
De volgende variant waarover een “one-issue-openingsboek” is geschreven is al wat serieuzer:
The Modern Bogo 1.d4 e6
Dejan Antic & Branimir Maksimovic
Een dikke pil voor zo’n relatief kleine opening. Maar wel eentje die aan populariteit wint! Er is natuurlijk wel een nadeel aan deze opzet. Je moet als zwartspeler bereid zijn Frans te spelen als wit 2.e4 doet. Daar hadden de schrijvers vooraf al rekening mee gehouden, want in 2012 publiceerde New in Chess al “The Modern French”. Ook van deze beide schrijvers. Dat boek was een uitstekend boek, overigens, maar wat mij meteen opvalt is dat het boek over het toch vaak gespeelde Frans ruim 100 pagina’s minder telt dan The Modern Bogo!
The Modern Bogo (Voor de jeugdige kijkers: “Bogo” was Bogoljubov, die lang geleden nog wel eens een match om het wereldkampioenschap speelde) gaat er wel vanuit dat de witspelers 2.c4 doen, want de uitgangsstelling van deze opening is 1.d4 e6 2.c4 Lb4+. Hierna heeft wit vier legale zetten tot zijn beschikking. De domste wordt buiten beschouwing gelaten, de overige drie zetten komen ruim aan bod.
Tot niet heel erg lang geleden werd dit gewoon als een zelden gespeeld zijvariantje beschouwd. Niet voor niets werd het opgenomen in “Beat the Guerrillas!”, het boek waarin Valeri Bronznik allerlei zelden gespeelde systeempjes (“annoying black sidelines”) tegen 1.d4 behandelde. Daarin heette dit systeem overigens The Keres Defence. Het leek me wel interessant een vergelijking te maken, want ik had al eens een partij van mijn broer gezien (zie http://schaaksite.nl/page.php?al=toreneindspelen-7934) , waaruit bleek dat die beide boeken toch aardig verschillen van inzicht in een bepaalde variant. En, ook dat nog, waar het dunne boekje gelijk lijkt te hebben ten opzichte van die dikke pil!
Het feit dat Henk die variant speelt (geïnspireerd door “Beat the Guerrillas!”) is voor mij een aardige aanleiding om eens te zien wat Antic en Maksimovic vinden van het idee dat Henk op grootmeester Tratar losliet tijdens het EK in Polen in 2013. Henk had zwart:
1.d4 e6 2.c4 Lb4+ 3.Ld2 Lxd2 4.Dxd2 b6 5.Pc3 Lb7 6.e4 Ph6 7.Ld3 f5.
Met dit wat merkwaardig uitziende systeem, dat in “Beat the Guerrillas!” zonder commentaar als zijvariantje wordt gegeven, maakte Henk remise tegen zijn grootmeesterlijke opponent. In “The Modern Bogo” wordt het hele idee met Ph6 en f5 niet gegeven!
Conclusie: Met The Modern Bogo komt u goed beslagen ten ijs als u en uw tegenstander houden van overzichtelijke systemen. Het dikke boek geeft vele varianten. Treft u tegenstanders die out of te box denken, dan kunt u voor verrassingen komen te staan.
Tenslotte een boek waar ikzelf al het nodige plezier aan heb beleefd:
The Liberated Bishop Defence
Alexey Bezgodov
Bezgodov is een van mijn favoriete openingsboekenschrijvers. Het waarom deed ik al uit de doeken in voornoemd verhaal over f2-f3. Nu heeft hij een boek geschreven over een opening die vroeger ook al The Keres Defence heette, maar ook hier is een moderne naam voor verzonnen: The Liberated Bishop Defence. Na 1.d4 d5 speelt zwart, of wit nu 2.c4 of 2.Pf3 doet, 2…Lf5!
Na 2.Pf3 had ik zelf Lf5 al op mijn repertoire staan voor incidenteel gebruik, dus ik was reuze nieuwsgierig naar de theoretische stand van zaken in “mijn” variant na 3.c4 e6 4.Pc3 c6 en wat lees ik tot mijn ontzetting?
Chapter 5: The Undeservedly Populair 4… c6
Ja hoor! Heel het fundament onder mijn repertoire in puin! 4… c6 wordt afgekraakt. Maar dat betekent wel dat er alternatieven zijn natuurlijk. En jawel, we kunnen kiezen uit “The Solid 4…Pc6” en “The Modern Main Line 4…Pf6”. Overigens, wie in het hoofdstuk over 4…c6 het partijmateriaal bestudeert ziet dat het met de resultaten voor zwart best meevalt. Bezgodov vindt de variant vooral saai.
Een belangrijk thema in partijen waarin zwart snel Lf5 speelt is de zwakte van pion b7 en dat is iets waar u, als u deze variant overweegt te gaan spelen, wel even rekening mee moet houden. De zet Db3 is populair bij de witspelers! Wie het boek bestudeerd heeft weet dat zwart, die de loper al op f5 heeft, met de manoeuvre Pb8-c6-b4 zijn tegenspel op c2 zoekt.
Bezgodov geeft diverse keren een eigen nieuw idee in een bepaalde variant. U hebt dus de kans om een nieuwtje te scoren! Als iemand u inmiddels al niet is voorgegaan natuurlijk na het lezen van dit boek. Neem nu de volgende partij tussen twee grootheden:
Ivanchuk – Morozevich
Beijing 2013
1.Pf3 d5 2.d4 Lf5 3.Pc3 e6 4.cxd5 exd5 5.Db3 Pc6 6.Pf3 Pf6
Ivanchuk deed hier het “normale” 7.Lg5 en na een interessant gevecht won hij de partij. Bezgodov heeft echter nader onderzoek gedaan en schrijft:
“It is surprising, but I have not found a single practical example of the tempting move 7.e4!?”
Er volgt een uitgebreide analyse van de gevolgen van deze zet. Er zitten mooie varianten tussen, maar ook diverse die snel naar remise leiden. Wellicht is dat de reden dat de toppers deze zet gemeden hebben. Maar u kunt erdoor uitgedaagd worden. De kans is immers vrij groot dat u niet tegen een topper speelt!
Het komt vaker voor in het boek, zo’n nieuwtje. En daarmee onderscheidt Bezgodov zich van vele andere openingsboekenschrijvers.
Mijn conclusie is, dat na 1.d4 d5 2.Pf3 de zet Lf5 prima speelbaar is. Is dat ook het geval na 1.d4 d5 2.c4? Zwartspelers die zich hieraan wagen moeten bijzonder goed beslagen ten ijs komen. Want weet u welke zet u geacht wordt te spelen na 3.Db3…?
Wit valt direct het verzwakte pionnetje b7 aan. Wat nu? In een hoofdstuk vol spectaculaire partijen laat Bezgodov zien dat hier 3… e5! geboden is. Beide spelers moeten enorm op hun tellen passen. De schrijver waagt zich niet aan de conclusie dat het allemaal OK is voor zwart, maar hij belooft wel een hoop spelplezier.
Eén dag nadat ik dit boek thuisbezorgd kreeg speelde ik interne competitie tegen Rick van Beek. Toevallig had ik thuis net hoofdstuk 1 even doorgebladerd. En warempel, ik kreeg de kans om een partij Lautier – Shirov te volgen!
1.d4 d5 2.Pf3 Lf5 3.e3 e6 4.Pf3 c6 5.e3 Bezgodov wijst nog maar eens op Db3. Volgens hem de enige manier voor wit om voor openingsvoordeel te strijden. 5…Pd7! Subtiel! De dame voorkomt nog even dat wit Ph4 kan spelen. 6.Ld3 Lxd3 7.Dxd3 f5! Da’s het hele eieren eten! Stevige controle over e4, zodat het voor wit bijna onmogelijk is ooit met e3-e4 een initiatief te ontplooien. Shirov won een prachtige pot, zoals in hoofdstuk 1 te zien is. Ik won ook; iets minder spectaculair.
Ik vind “The Liberated Bishop Defence” een uitstekend openingsboek! Ik geef het een 9,9. Waarom geen 10? Nou, het diagram op bladzijde 195 is incorrect .