Remmelt Otten wint Tata Steel journalistenkampioenschap
Op de foto reikt Robert Moens – van de afdeling communicatie van Tata Steel – de eerste- en een wisselprijs uit aan Remmelt Otten (r).
De 23ste editie van het NK journalisten – dit keer onder de vlag van Tata Steel – in Wijk aan Zee ging opnieuw naar een nieuwkomer in het deelnemersveld: Remmelt Otten. “Ik kwam hier niet aan meedoen om te winnen, hoor?! Maar ik kom zeker terug om mijn titel te verdedigen.” Aldus Otten na het toernooi. De sympathieke schaker is ‘business developer executive’ bij NRC Media in Rotterdam en Amsterdam. In het 24-koppige toernooi over zeven ronden Zwitsers (in vier dagen) scoorde Otten 6 punten. Alleen tegen René Nijland en Henk Happel kwam hij niet verder dan remise.
Het traditionele Tata-journalistentoernooi is jarenlang een gezellige schaakbijeenkomst voor de schrijvende pers en aan de media gerelateerde personen. Zo is er elk jaar een scheiding tussen een sterke top en een gedeelte van ‘schaakliefhebbers’ die elkaar steevast in de onderste helft van de stand tegenkomen. In een fraaie ambiance streden rondenlang schakers als Henk Happel, Alexander Münninghoff, Remmelt Otten, Martijn Boele, René Nijland, Peter Boel, Martin Voorn, Hans Berrevoets, etc. om die journalisten-wisseltrofee (zie het kunstwerk in het midden op bovenstaande foto). Het is tevens niet toevallig dat de Tata-organisatie al een aantal jaren heeft gekozen voor een strijdtoneel in restaurant De LiefhebberS in Wijk aan Zee. Op een gedeelde tweede plaats eindigden dit keer Nijland, Happel, Boele en de verrassend goed voor de dag komende Erik Bouwmans (voormalig Schaaknieuws-redacteur). Bouwmans hield in de slotronde op knappe wijze Nijland van de (al dan niet gedeelde) toernooizege af. Zie hier de eindstand.
‘Stand-uppoetry’
Een jaarlijks terugkerend fenomeen is de uitreiking van de Münninghoff-schaakbretels (wisselprijs van het enige jurylid Alexander Münninghoff). Deze bretels zijn bijna even oud als het evenement zelf (er staat bijvoorbeeld nog het Hoogovenlogo op ..). Dit keer mocht Nijland – voor zijn fraaie partij tegen Münninghoff – de bretels voor een jaar gaan dragen. Die uitreiking is dan het sein voor de overige tafelgasten (inclusief de partners van de schakers) om hun gedichten, gezang dan wel andere literaire zaken voor te dragen. Münninghoff zelf droeg dit keer – bij wijze van uitzondering – geen Russisch gedicht voor. Een gedicht van Cees Buddingh was zijn fraaie alternatief. Ook het A-tempo magazine-team had een mooie bijdrage. A Tempo is een maandelijkse, literaire uitgave voor de muziek- en/of schaakliefhebber met in het redactieteam Ton van Eck, Peter Boel en Martijn Boele. Abonneren? Twaalf euro’tjes per jaar.
Er werd dit keer zowaar bij het slotdiner ook gezongen door Tanja Veenstra. Als haar embargo op de filmbeelden wordt opgeheven dan zullen we die beelden alsnog aan dit verslag toevoegen. Een elke ronde terugkerend en voor haar vervelend feit bleek het ‘goede spel’ van Maaike Valkenburg (Maaijveld). De volledig overspeelde opponenten (zelfs met groot materiaal achterstand) incasseerden dankbaar een punt, nadat ze vervolgens in tijdnood gekomen alles weggaf. Dat ene punt dat ze in de slotronde scoorde maakte dan ook veel goed, zoniet alles. Het gaf haar in ieder geval ook nog inspiratie voor een stukje ‘Stand-uppoetry’. Dit gedicht plaatsen we dan ook met veel plezier bij dit verslag: ‘Het eierrekje‘.
Jan Bey.
(Foto’s Maaijveld)