“De vergane glorie van het ONJK” door Jesper de Groote
“Ook naar Vlissingen geweest?” Die vraag kreeg ik gisteren op de clubavond naar m’n kop geslingerd nadat ik een keer mijn neus niet had laten zien. Ik probeerde duidelijk te maken dat ik aan de andere kant van het land zat, in Borne, waar ik verslaggever was bij het Open Nederlands Jeugdkampioenschap. Ik weet niet of die boodschap echt is overgekomen. Het ONJK is tegenwoordig geen begrip meer in de schaakwereld.
In de tijd dat het toernooi nog als Euro Chess Tournament door het leven ging, was dat totaal niet aan de orde. De bomen leken de hemel in te groeien en nadat er in 2004 en 2005 meer dan 500 jonge schakers naar het toernooi waren gekomen, hoopte men dat aantal in de nabije toekomst nog te verdubbelen. Die wens is niet uitgekomen: na 2005 nam het deelnemertal hand over hand af, tot een dieptepunt van 226 deelnemers in 2012. Sindsdien is er een voorzichtig herstel te zien, want dit jaar konden 262 deelnemers worden begroet.
Dat succes was volledig te danken aan de nieuwe opzet van de jongste categorieën: de F’jes, de G’tjes en de H’tjes waren dit jaar van de E-groep losgekoppeld en speelden twee toernooien van drie dagen. Het nieuwe format was ogenschijnlijk een succes, want er waren meer aanmeldingen voor de jongste categorieën dan ooit tevoren.
Bij de hogere categorieën lijkt de neergang niet te zijn gestuit. Waar de A-categorie rond de millenniumwisseling ieder jaar zo’n 80 deelnemers trok, gingen er dit jaar nog maar 21 van start. Echte toppers zaten er helaas niet tussen, wat als prettige bijkomstigheid had dat de spelers enorm aan elkaar gewaagd waren. Uiteindelijk werd het toernooi gewonnen door de piepjonge Jasper Beukema, die ongeslagen bleef met vijf overwinningen en vier vechtremises.
Met 34 deelnemers was de B-categorie eveneens klein. Winnaar werd Xander Pauwels, die bij het ingaan van de laatste ronde een punt voorsprong had en het klaarblijkelijk grappig vond om als een Larsen (1) te verliezen, waardoor hij eveneens op zeven punten bleef steken. Voor de volledige eindstanden en de winnaars van de overige categorieën verwijs ik naar de toernooisite.(2).
De deelnemertallen in de lagere categorieën (bruin) zijn door de jaren heen ongeveer constant gebleven, maar in de hogere categorieën (blauw) is er het afgelopen decennium een duidelijke afname te zien.
De vraag is waar de deelnemers in de hogere categorieën zijn gebleven. Een mogelijke verklaring is de concurrentie van andere grote zomertoernooien, zoals Vlissingen, dat tegelijkertijd werd gespeeld. Toch kan een toernooi met 242 deelnemers, waarvan de overgrote meerderheid ouder dan 20 is, niet het grote probleem voor het ONJK zijn. Er moet iets anders aan de hand zijn.
Mogelijkerwijs heeft de locatie ermee te maken: tot en met 2007 werd het toernooi in het gemeentehuis van Hengelo gespeeld. Het was een fantastische locatie: voor de spelers had het spelen in het sfeervolle gemeentehuis iets speciaals, terwijl het voor de ouders en begeleiders prettig was dat de winkels op kruipafstand van de speelzaal lagen. De speelzaal met de catacomben op de campus van de Universiteit Twente was minder sfeervol, maar met de voorzieningen was weinig mis: er was een café met computers en andere spellen en de campuswinkel lag ernaast. En daar schort het in Borne aan. Met de speelzalen in ’t Wooldrik is niks mis, maar doordat de sporthal in the middle of nowhere ligt, is het zelfs al een hele klus om een enigszins verantwoorde lunch te bemachtigen. Inderdaad is het deelnemertal na de overstap naar Borne drastisch afgenomen:
Gemiddeld 383 deelnemers per jaar in Hengelo, 352 in Enschede en maar 246 in Borne: de locatie lijkt in grote mate bij te dragen aan het succes van het ONJK.
Wat meegespeeld kan hebben, is het wegvallen van de Young Masters in 2011 en de financiële tegemoetkoming voor titelhouders in de hoogste categorieën. Interessant genoeg waren er in 2011 voor het laatst 2300-spelers te verwelkomen in de A-categorie, daarna is het niveau geleidelijk aan gezakt. Dit jaar zat niemand meer boven de 2200. De vraag is of het wegvallen van de topspelers ervoor zorgt dat het toernooi ook voor de overige spelers onaantrekkelijker wordt, waardoor ze thuisblijven of een ander toernooi gaan spelen. Aan de teruggang in het deelnemertal van de A- en B-categorie te zien, lijkt dat wel het geval te zijn. De organisatie is dus aan zet. Gelukkig hebben ze nog een jaar bedenktijd.
[1] http://www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1128831
[2] http://www.onjk.nl/
De topjaren waren een goed bestuur! Goede randactiviteiten! Samenwerking met de gemeente! En keihard werken!
YM was een belanrijk onderdeel ook! En een hele goede pr machine!
En het gemeenthuis was een toplocatie, ouders willen ook vertier!
Daarom was NK Schagen ook gewild!