Nog meer openingen! door Richard Vedder
Tot mijn grote spijt constateer ik dat er al vier maanden zijn verstreken sinds ik voor het laatst een boekbespreking heb gedaan voor schakers.info. Hoog tijd voor een kleine inhaalslag. Mijn laatste bijdrage ging over openingen, daar ga ik nog even op door. Zeer diverse openingsboeken, van een apart systeempje, tot een soort bijbel.
The Lazy Man’s Sicilian
Valeri Bronznik & Steve Giddins
Bedoeld om u, als zwartspeler, een leuk en scherp systeem aan te leren, waarvoor relatief weinig studie nodig is. Een systeem dat begint met 1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Lc5.
Klinkt interessant, maar het is wel een beetje link. Dit boek is namelijk een door Steve Giddins naar het Engels vertaald boek dat Valeri Bronznik al in 2004 schreef. En in die elf jaar staat de theorie natuurlijk niet stil. Zijn er geen varianten achterhaald sindsdien? In 2010 schreef ik (zie http://www.schakers.info/?p=244) over Dismantling the Sicilian en ik meen me te herinneren dat deze variant toen als dubieus werd weggezet. Meteen dat boek er weer bij gepakt. Ja hoor, daar staat het op pagina 120:
“My conclusions are far from encouraging for these Lines, we could even label 5…Db6 as refuted”
Aldus Jesus de la Villa. Nou, we zullen deze weerlegging eens tegen The Lazy Man’s Sicilian aanhouden. Na voornoemde openingszetten speelt wit 5.Le3. Een belangrijk alternatief is 5.Pc3 en dan vooral voor de remiseschuivers onder u. Na het geplande 5…Db6 kan wit 6.Pa4 doen en na 6… Da5+ 7.Pc3 heeft zwart dan niet beter dan weer 7… Db6 te doen. Wordt ruiterlijk erkend door Bronznik (en Giddins), die vervolgens hartstochtelijk zijn best doet op varianten waarin wit niet voor dit snelle halfje gaat, maar ik zou er als zwartspeler toch maar liever niet mee geconfronteerd worden. Wel handig natuurlijk als u een salonremise wenst te spelen en Sofia-regels van kracht zijn.
Maar goed, witspelers die niet op remise uit zijn, maar op het weerleggen van deze opzet doen dus 5.Le3. Zwart antwoordt met 5… Db6. Wit reageert met 6.Pa3! En daar blijkt weer dat The Lazy Man een gedateerd boek is:
“Neither players nor analists have paid this move much attention up to now (..)”
Tja, dat is dus geschreven in het Russisch in 2004 en Giddins heeft dat in 2015 klakkeloos overgenomen. Gooi deze stelling in uw database en zie dat deze zet met veel succes gespeeld wordt. En Jesus de la Villa heeft erover geschreven. Hij is vast niet de enige.
Mocht u toch van plan zijn dit systeem te gaan spelen (dat kan natuurlijk, lang niet iedere witspeler is op de hoogte van de juiste bestrijdingswijze) dan is het wel fijn dat de schrijvers eraan gedacht hebben een hoofdstuk te wijden aan de mogelijkheden wanneer wit niet 3.d4, maar 3.Pc3 speelt. Echter, als je zwart wilt bewapenen tegen zijvariantjes, doe dan ook even een “quick-repertoire” tegen dingen als het vleugelgambiet, het morragambiet en weet ik veel wat voor grappen de witspelers soms uithalen.
Ik ben niet heel enthousiast. Leuk voor in de onderbond, kort daarboven wachten u al nare verrassingen.
The Double Queens Gambit
Alexei Bezgodov
Toen ik als jochie voor het eerst meedeed aan de interne competitie bij de senioren van En Passant zat daar meneer P.J. Nagel uit Eemdijk. Geconfronteerd met de openingszetten 1.d4 d5 2.c4 dacht hij een poos na, waarna hij met het antwoord 2…c5 kwam. En iedereen wist: die heeft het niet begrepen. Die man weet niks van openingen! Hij is ook allang gestopt met schaken. De enige keer dat ik hem zie is als ik bij een optreden van mijn moeders kerkkoor ga kijken. Daar zingt hij ook.
Nagel verkeerde overigens in goed gezelschap, want niemand minder dan Max Euwe had de zet ooit al eens toegepast tegen Miguel Najdorf. En later zou Jeroen Piket zelfs volgen in een partij tegen Viktor Kortchnoi! Piket won! Dus heel slecht kan het niet zijn, dat dubbele damegambiet. In ieder geval reden voor Alexei Bezgodov om er een boek aan te wijden.
Twintig hoofdstukken telt het. Voordat hij vanaf hoofdstuk 17 de hoofdvarianten gaat behandelen legt hij op allerlei manieren uit wat er kan gebeuren als wit of zwart het niet op zijn voortvarendst aanpakt. Zo vindt hij het erg prettig voor zwart als wit heel snel Pf3 speelt. Op allerlei manieren haalt zwart moeiteloos gelijkspel, en steeds is c7-c5 de tweede zet van zwart. Ook als wit 2.Lf4 of Lg5 doet. Dat maakt het boek al meteen reuze interessant voor spelers zoals ik. Ik speel graag het aangenomen damegambiet, maar wat als witspelers niet 2.c2-c4 doen? Dat wordt 2… c7-c5 voortaan! Hoewel,op The Liberated Bishop Defence (zie Bezgodovs vorige boek) ben ik ook nog lang niet uitgekeken.
Overigens leiden die varianten waarin wit het niet op zijn actiefst doet vaak tot overgangen naar andere openingen. Voor je het weet zit je in de Alapinvariant van het Siciliaans, de Ruilvariant van het Slavisch of de Panov-variant van de Caro Kann. Dat moet u wel even in het achterhoofd houden als u 2… c7-c5 gaat spelen.
Bij het doorbladeren van al die inleidende varianten viel mijn oog op hoofdstuk 12: A fascinating gambit. Dergelijke titels trekken de aandacht, dus ik maak u er graag even deelgenoot van…
Umanskaya – Gorbatov
1.d4 d5 2.c4 c5 3.Pc3 3.cxd5 is de hoofdvariant, daar kom ik straks op.
3…cxd4 4.Dxd4 Pc6 5.Dxd5 Le6!
Net het Von Hennig-Schara Gambiet, aldus Bezgodov, met dit verschil dat er nog pionnen op c4 en e7 staan.
6.Db5 6.Dxd8+ leidt volgens Bezgodov tot gelijkspel. omdat wit na 6…Txd8 geen tijd heeft om pion c4 te dekken. De dreiging Pb4 moet gepareerd worden.
6…a6! Een uitvinding van Gorbatov. In de enige partij in mijn database, die dus ook in het boek is opgenomen, durfde wit niet op b7 te slaan en speelde…
7.Da4 7.Dxb7 Pd4 8.Pd5 en zwart heeft de prettige keus tussen 8…Lxd5 of meteen 8…Pc2+. Beide zetten worden besproken in het boek.
7…g6 8.e3 Lg7 9.Pf3 Lxc3+ Jammer van de mooie loper, maar het levert lekker spel op tegen de verzwakte witte pionnen.
10.bxc3 Pf6 11.Le2 Da5 12.Dxa5 Pxa5 13.Pd2 Tc8 14.Tb1 en hier heeft zwart diverse goede plannen. Het paard van f6 via d7 naar c5 spelen, gewoon rokeren en de torens op c8 en d8 posteren, of Lf5 wat de keuze van Gorbarov was in deze partij. Zwart heeft volwaardige compensatie en won uiteindelijk.
De hoofdvariant, en daarmee ook de stevigste aanpak van het dubbele damegambiet, is 3.cxd5, waarna zwart er goed aan doet om meteen terug te slaan. In een eerder hoofdstuk laat Bezgodov zien dat wit na 3…Pf6 4.e4! een goede kans op voordeel heeft. Hij daagt de lezer overigens wel uit om verbeteringen voor zwart te vinden. Kennelijk zit er nog leven genoeg in die variant.
De hoofdvariant bestaat dus uit 1.d4 d5 2.c4 c5 3.cxd5 Dxd5, waarna meestal 4.Pf3 cxd4 5.Pc3 Da5 6.Pxd4 Pf6 volgt.
Tussen de regels door lees ik dat nu 7.g3 het sterkst is. Die bewaart hij helemaal voor hoofdstuk 20. Daarin is opgenomen een vluggertje Gelfand – Mamedyarov, om maar eens te laten zien hoe de toppers dit aanpakken. Een vluggertje, dat wel…
Bezgodov heeft mij ervan overtuigd dat 2… c7-c5 een prima manier is om minimaal gelijkspel te behalen in de varianten waarin wit niet op de hoofdvariant ingaat. Ook in de hoofdvariant zou het speelbaar kunnen zijn, maar zwart moet daarin erg op zijn hoede zijn. De resultaten in de database zijn voor zwart in ieder geval bemoedigend!
Het boek voldoet aan de standaard zoals we die van Alexei Bezgodov gewend zijn. Veel partijen, op prettig leesbare wijze geanalyseerd. Alleen wat minder nieuwe ideeën dan ik van vorige boeken van deze schrijver gewend ben.
Na de twintig hoofdstukken is er nog een “Retro-training” opgenomen. Veertig partijen, waarin diverse oefeningen zijn opgenomen. De antwoorden staan er meteen onder. Ik zou de schrijver willen adviseren die antwoorden verderop in het boek op te nemen. Nu heb je in je ooghoeken het antwoord al gezien als je net de vraag gelezen hebt. Ziezo. Heb ik ook eens kritiek op Bezgodov…
Bologan’s Ruy Lopez for Black
Victor Bologan
Na Bologans lijvige boekwerk voor zwartspelers die 1.e4 met 1…e5 beantwoorden, waarin alles behalve het Spaans werd opgenomen , is nu bij New In Chess het logische vervolg verschenen. Bologan geeft nu een repertoire voor zwartspelers om de Spaanse opening te bestrijden. De hoofdmoten daarin zijn…
….het Marshallgambiet
en de Breyervariant, die wordt gekenmerkt door de opmerkelijke actie van het zwarte damepaard dat in de diagramstelling net van c6 naar b8 is gegaan met de bedoeling om herontwikkeld te worden naar d7. Een favoriet van Spassky en Van der Sterren, om er maar eens een paar te noemen.
Deze beide varianten worden uitgebreid behandeld, waarbij ik aanteken, voor de kenners, dat in het Marshallgambiet alleen de variant met 11…c6 aan bod komt. Liefhebbers van het scherpere 11…Pf6, dat in de stampartij Capablanca – Marshall ook op het bord kwam, komen niet aan hun trekken. Misschien wel omdat die variant niet helemaal waterdicht is. Bologan wijdt er in ieder geval geen woord aan.
Dat Marshallgambiet, is dat niet dat gambiet waarmee op het allerhoogste niveau bijna alleen maar remise wordt gespeeld? Ja, dat klopt, maar neem maar van mij aan dat er op de niveaus daaronder erg goed mee gescoord wordt door zwartspelers. Dat zal ook de reden zijn dat er diverse “anti-Marshalls” in zwang zijn. Geen nood, ook daarvoor levert Bologan u diverse wapens.
Maar… als ik nu helemaal niet geïnteresseerd ben in de Breyer of de Marshall, wat heb ik dan aan zo’n boek? Welnu, in dat geval kan ik u melden dat deze varianten pas vanaf bladzijde 183 aan bod komen. Daarvoor bevat het boek ook veel interessant materiaal. Zo begint het boek met een “Arsenal of Strategic Ideas & Themes”. Aan de hand van 208 stellingen wordt uit de doeken gedaan wat voor plannen u als zwartspeler allemaal achter de hand heeft als uw tegenstander Spaans speelt.
Daarna zijn alle varianten aan de beurt, waarin witspelers de Marshall of de Breyer ontwijken, zoals de Ruilvariant, de Steenwijkervariant, de Goudavariant (die in de oude boeken van Euwe overigens het Spaans Middengambiet heet) en natuurlijk al die systeempjes met een vroeg d2-d3, waarvan er een zelfs naar Magnus Carlsen is vernoemd. In die varianten geeft Bologan weer veel originele ideeën waar zelfs liefhebbers van het Open Spaans wat aan hebben. Neem nu die ruilvariant na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.Lxc6 dxc6 5.0-0…
Gooi deze stelling in uw database, dan ziet u dat hier 5…f6, 5…Lg4 en 5…Dd6 de meest gespeelde zetten zijn. Bologan negeert ze allemaal en biedt u de keuze tussen 5… Le7 en 5…Pe7. Verrassend! Ik beken eerlijk dat ik 5… Le7 nog nooit gezien had. De bedoeling is die loper op f6 te zetten en zo pion e5 te steunen. Prima speelbaar, zoals Bologan aantoont.
De zet 5…Pe7 kwam me wel bekend voor. Het woord “Otterloovariant” komt niet voor in het boek, maar werd dit niet door Nigel Short gespeeld in zijn kandidatenmatch tegen Jan Timman in 1993? Zeker! In een vakantiehuis te Otterloo voorbereid door Timman en zijn secondant Jeroen Piket. Het leverde een knotsgekke partij op na 6.Pxe5 Dd4 7.Dh5 g6 8.Dg5 Lg7 9.Pd3 f5 10.e5 c5 11.b3 ? (Dat vraagteken staat er omdat ik een vraag stelde, niet omdat b3 slecht is). De dame kan de toren niet nemen worden omdat ze dan na Pc3 opgesloten is. Deze partij staat niet in het boek. Dat komt omdat Bologan nu 11… Dg4 aanbeveelt en aan Shorts 11…h6 geen woorden vuil maakt. Short won die partij wel trouwens. De match ook, tot mijn teleurstelling.
Het leuke is trouwens, dat toen ik Viktor Kortchnoi ooit vroeg wat hij me aanraadde tegen de Spaanse ruilvariant, hij ook met 5…Pe7 op de proppen kwam. Ik heb het nog eens met half succes toegepast tegen IM Frank Kroeze!
Wat ik maar probeerde te zeggen: Bologan geeft u meerdere systemen, en lang niet altijd de meest gangbare, zodat u weer alle kans krijgt uw tegenstanders te verrassen na het bestuderen van dit lijvige boek.
Net als Bologan’s Black Weapons vind ik dit ook een geweldig boek. Een compleet repertoire vol met verrassende ideeën. Met deze twee boeken in uw kast hebt u als het ware de 1.e4 e5-bijbel in huis. Alles wat u weten moet staat erin. U kunt een hoop oude boeken op marktplaats zetten.
—————————————————————-
Alle drie de boeken zijn verkrijgbaar bij: