Geschiedschrijving
‘Geschiedschrijving of historiografie is de geschreven interpretatie van het verleden.’ Aldus een verklaring van de vrije encyclopedie Wikipedia op het Internet. En dat is waarover ik het met u in onderstaand artikel even over wil hebben. Zoals ik al in het vorige seizoen aan u vertelde zullen we periodiek op schakersinfo als een online schakersmagazine ‘uit de oude doos’ vertellen.
Er deed zich echter bij het maken van deze bijdrage iets vreemds voor: een fraaie meesterpartij uit een ver verleden kreeg verschillende interpretaties in de geschiedschrijving. Ik neem u graag even mee naar 1895, 1942 en het heden.
‘Schoonheidspartijen’ werden ongeveer honderd jaar, wat zeg ik, vijftig jaar geleden nog niet via een computeranalyse van hun elegantie ontdaan. Toen werden partijen uitsluitend via tijdschriften, krantenartikelen en clubbladen wereldwijd verspreid. Welke schaker herinnert zich nog ‘De Losbladige’ of de deeltjes van Dr. Max Euwe met zijn praktische kijk op de openingstheorie. Of in een recenter verleden het bondsblad Schaken Nederland. Ik heb in mijn boekenkast nog enkele Euwe eerste druk exemplaren staan met handmatige correcties van Euwe zelf. Mijn vader werkte jarenlang bij boekhandel Ten Have in de Amsterdamse Kalverstraat en daar liep Euwe regelmatig binnen. Ik zou ze altijd nog eens aan het Max Euwe Centrum schenken, maar daar kwam tot dusver niets van, enfin, dat kan altijd nog.
Vlak voor, tijdens en na de oorlogsjaren werden er veel partijen in tijdschriften getoond en vaak ook van (deskundig) commentaar voorzien. Ik neem u mee naar een fraaie partij in een boek met een beperkte oplage (50); ‘Eenige schaakpartijen’ door Sorrel Bishop, 1 januari 1942. Het gaat nu even niet om de analyses, maar puur om de geschiedschrijving. Dus laat ik de auteur slechts voor een deel aan het woord..
‘Dat een schaakpartij uit vele combinaties’s en verwikkelingen bestaat, zal den schaaklezer wel duidelijk zijn. Zowel wit als zwart kan z’n tegenstander materiaal aanbieden, die bij aanname, de partij een beslissende wending kan geven. Onderstaand een partij die gespeeld werd tussen Wilhelm Steinitz (1836-1900) en Curt von Bardeleben (1861-1924). Het is een Italiaanse partij en gespeeld te Hastings in ’t jaar 1895.
Wit: Steinitz Zwart: Bardeleben
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.c3 Pf6 5.d4 exd4 6.cxd4 Lb4+ 7.Pc3 d5 8.exd5 Pxd5 9.0-0 Le6 10.Lg5 Le7 11.Lxd5! Lxd5 12.Pxd5 Dxd5 13.Lxe7 Pxe7 14.Te1 f6 15.De2 Dd7 16.Tac1 c6? 17.d5 cxd5 18.Pd4 Kf7 19.Pe6 Thc8 20.Dg4 g6 21.Pg5+ Ke8 22.Txe7+!!
Steinitz heeft deze combinatie zeer goed doorgerekend en dit betuigt van een bewonderingswaardige geest.’
Einde citaat.
In dit artikel werd de partij verder volledig vertoond (alle 35 zetten) met opmerkingen die gedeeltelijk ontleend waren aan Johann Kotrc uit het blad Die Schachpartie, Wenen 1922. Niks mis mee, zou je zeggen. Wie schets mijn verbazing als ik vervolgens vandaag de dag op Internet die partij ziet verder gaan en na 25 zetten zie eindigen met de volgende tekst
Kf8 23.Tf7+ Kg8 24.Tg7+ Kh8 25.Txh7+!
“Hier verliet Von Bardeleben de zaal, zodat Steinitz door tijdoverschrijding won. De zwartspeler had de volgende afloop voorzien:
25… Kg8 26.Tg7+ Kh8 27.Dh4+ Kxg7 28.Dh7+ Kf8 29.Dh8+ Ke7 30.Dg7+ Ke8 31.Dg8+ Ke7 32.Df7+ Kd8 33.Df8+ De8 34.Pf7+ Kd7 35.Dd6 mat.”
Huh? Hij verliet de zaal omdat hij een mat in negen, tien of elf zetten zou hebben gezien en kwam niet meer terug? Op dit niveau? Maar ja, ze hadden toen ‘ opperarbiter’ Geurt Gijssen nog niet…
Het kan echter nog iets gekker. Klik op onderstaande link om de partij in de gratis online database op http://www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1132699 te bekijken. Bij chessgames gaf zwart het ‘normaal’ na 24.Tg7+ op.
“And black resigned at this point. As Steinitz demonstrated immediately afterward, there is a mate in eleven moves which can only be averted by ruinous loss of material; analysis follows: …Kh8 25. Rxh7+ Kg8 26. Rg7+ Kh8 27. Qh4+ Kxg7 28. Qh7+ Kf8 29. Qh8+ Ke7 30. Qg7+ Ke8 31. Qg8+ Ke7 32. Qf7+ Kd8 33. Qf8+ Qe8 34. Nf7+ Kd7 35. Qd6#”
1924
De verliezer Von Bardeleben beëindigde zijn ‘leben’ zelf.
Wikipedia:
“In 1924 pleegde Von Bardeleben zelfmoord door uit een raam te springen. Zijn leven inspireerde de schrijver Vladimir Nabokov tot het schrijven van de roman Zasjtsjita Loezjina (1930), die hij zelf in het Amerikaans-Engels hielp vertalen als The Luzhin Defense (Ned. De verdediging; verfilming 2000).”
Aan onze schakersinfo lezers wil ik graag de vraag voorleggen, welk verhaal over deze partij nu de juiste is?! Als u nog niet geregistreerd bent om te kunnen reageren, dus nog geen inlogcode heeft, dan kunt u dat te allen tijde op deze site alsnog online en gratis doen.
Jan Bey.