Zonder geluk vaart niemand wel door Jesper de Groote
Hoewel zijn naam doet vermoeden dat hij zo is weggelopen uit een GTA-spel, timmert Sergej Karjakin de laatste tijd behoorlijk aan de weg in de schaakwereld. Zijn triomftocht gaat maar door, want na zijn overwinning in de World Cup won de Oekraïense Rus ook het kandidatentoernooi, waardoor hij in november tegen de ruim tien maanden jongere Magnus Carlsen om de wereldtitel gaat strijden.
Met een score van “plus 3” kwam de als een Robin Hood met een rode haakneus afgebeelde Karjakin als beste uit de bus. Hij dankte zijn hoge klassering vooral aan zijn goede verdedigingskunsten. Tegen Aronian wist hij zich twee keer uit een precaire situatie te redden en ook tegen mede-World Cup-finalist Swidler moest hij twee keer goed zijn best doen om een remise binnen te halen, maar de mooiste redding was wel tegen Caruana:
Na 17. b4 cxb4 18. axb4 sloeg hij brutaal de pion: 18… Lxb4!?, om na 19. Pc6 gewoon de dame te offeren met 19… Lxc3 20. Pxd8 Lxe2 21. Db3 Lxa1 22. Txa1 Taxd8. Zwart staat mooi gecentraliseerd en doordat de pionnen maar op een vleugel staan, kon Caruana ook niet echt meer een vuist maken. Een mooie verdediging!
De basis voor de toernooiwinst legde Karjakin met winstpartijen op de clowns van het toernooi. Tegen Nakamura kwam daar in de tweede ronde overigens wel wat geluk bij kijken:
In het eerste duel tussen Rusland en Amerika in het toernooi staat Karjakin met wit wat beter. Hij besloot wat ruimte te pakken op de koningsvleugel met 29. h4 en zette daarmee bewust of onbewust een val. Nakamura’s tactiekalarm ging af en hij dacht met 29… Pxg3 te kunnen toeslaan. Karjakin had verder gekeken en incasseerde met 30. fxg3 Pxd4 31. Lxd4 Lxd4 32. exd4 De3+ 33. Df2 Dxd3 34. Tc7 dankbaar het punt.
Veel beter had de indeling niet gekund, want in de laatste ronde mocht Karjakin het met wit opnemen tegen medekoploper Caruana. De Italiaanse Amerikaan moest vanwege de tiebreakregels winnen en speelde alles of niets. Het werd niets en dus eindigde hij samen met Anand op de gedeeld tweede plaats. Een gebrek aan rust voor de kool brak Caruana vooral tegen Topalov lelijk op.
Topalov is overspeeld en dus probeert hij zich eruit te rommelen: 37… De7? 38. Pxd6 Dat kan nu gewoon omdat de toren op b6 niet meer staat aangevallen. 38… Pxh3+!? 39. Dxh3 Tf6 40. Pc8! Het paard ontspringt de dans en dus zat Topalov met de handen in de slinkende haardos. Hij probeerde nog 40… Dd8, maar na 41. Txf6 Dxf6 42. Tb2 had hij kunnen opgeven, omdat 42… Lf5 faalt op 43. Dxf5 Dxf5 44. Pe7+ en het ongrijpbare paard heeft weer het laatste woord. Caruana zag het kennelijk niet en koos voor 41. T1b5?, waarna Topalov zijn stuk terugwon en het resterende toreneindspel opmerkelijk eenvoudig remise hield.
Ook later in het toernooi zal Caruana zich achter de oren hebben gekrabd hoe hij Topalov met een kwaliteit meer toch nog had laten glippen. Iets meer scherpte had hem die ellende in de laatste ronde bespaard.
Oudgediende Anand redde het uiteindelijk net niet, maar lange tijd waren de kansen zeer reëel dat hij Carlsen voor de derde keer zou uitdagen. Met wit wist de Indiër maar liefst vier partijen te winnen. Zo overspeelde hij Karjakin vanuit een vrij onschuldig ogende stelling en knalde hij Swidler in 24 zetjes van het bord. Heel knap! Maar daar stonden Engelse flaters met zwart tegen Caruana en angstgegner Nakamura tegenover. Twee solide remises in die partijen hadden hem achteraf waarschijnlijk de toernooiwinst gebracht, maar in plaats daarvan zat hij tijdens de nabespreking twee keer in stilte van zichzelf te walgen.
Hier dacht Anand wel even te profiteren van de slechte stand van het paard op h4 en speelde 10… g5? Nakamura’s tactiekalarm ging weer af en met het grootste plezier gooide hij de hele trukendoos open met 11. b4 Lb6 12. Lb2 Pxd5 13. cxd5 Pd4 14. d3! gxh4 15. dxe4 Pe6 16. dxe6 en wit heeft het stuk terug terwijl de hele koningsstelling van zwart aan puin ligt. Anand hield de ongelijke strijd nog tien zetjes gaande.
Op 50% eindigden vier spelers. Op basis van de onderlinge scores werd Swidler als vierde geklasseerd. De laagsteratinghouder kende een wisselvallig toernooi. In de eerste turnus leverden zijn goede stellingen hem slechts halfjes op, terwijl hij een poging om Anand op onbekend terrein te krijgen op een flinke nederlaag uitliep. In de tweede turnus was het spel minder, maar waren de resultaten beter. Vooral tegen Caruana moest Swidler hard werken voor het halfje.
Hier was Swidler het wachten beu en besloot hij met 59… Txf2 60. Txg6 Tf3+ 61. Kc2 Tf5 62. Txa6 Kc8 63. Kd3 Th5 64. c5 Kb7 65. Tg6 Lxa5 66. Lxa5 Txc5 naar het beruchte eindspel van toren en loper tegen toren af te wikkelen. Wat mensen trekt om dit soort eindspelen te gaan verdedigen weet ik niet, want de statistieken wijzen uit dat de sterkere partij dit eindspel in de helft van de gevallen gewoon wint. Uiteindelijk wisselden Swidler en Caruana fouten uit, waardoor Swidler de juistheid van zijn beslissing aantoonde door na vijftig zetten zwoegen een nauwelijks verdiend halfje binnensleepte. Wel bleef daardoor de vraag onbeantwoord wat er gebeurt als zwart gewoon blijft staan. Ik had het in ieder geval graag gezien.
Na een veelbelovend begin zakte dark horse Aronian in de tweede helft van het toernooi jammerlijk door zijn hoeven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zijn twee overwinningen hem nogal aan kwamen waaien: in de derde ronde kon hij tegen de tactisch uiterst kwetsbare Topalov in de opening ongestraft een paar pionnen graaien en in de zesde ronde profiteerde hij van een gênante vingerfout van Nakamura. In de tweede helft ging het allemaal wat minder voorspoedig en liet hij zich steeds in (de overgang naar) het eindspel de kaas van het brood vreten. Dat hij een eindspel met een stuk meer tegen een verbeten vechtende Karjakin in de een-na-laatste ronde niet kon winnen, was tekenend voor zijn toernooi.
Ongeslagen, maar ook geen enkele partij gewonnen: Giri presteerde ongeveer wat John van der Wiel op het Nederlands Kampioenschap in 2007 lukte: alle partijen remise spelen. Daarmee voldeed Giri aan alle verwachtingen, al zag hij de humor er nog wel van in:
Inderdaad speelde Giri het meest verzorgde schaak. Alleen tegen Nakamura kende hij benauwde momenten, maar in de andere partijen had hij het betere van het spel. Hij wachtte rustig de kansen af die zouden komen. Misschien was dat de verklaring dat hij tegen Karjakin in het begin van het toernooi vanuit een betere stelling remise ging afdwingen toen de stelling een beetje tactisch werd. De kansen kwamen er later in het toernooi ook wel, ze werden alleen niet benut. Nadat hij Caruana in de negende ronde had laten glippen, kreeg hij in de elfde ronde de kans om een punt binnen te halen.
Hier dacht hij Nakamura mooi van het bord te combineren met 50. Pxg7? Nakamura’s tactiekalarm ging opnieuw af en ongetwijfeld met een enorme smile voerde hij de zetten 50… Dxg7 51. Tg3 Tg5! uit. Hier kon Giri wel door de grond zakken, want nu de penning is opgeheven staat zijn dame plotseling in. Met het schaamrood op de kaken speelde Nederlands hoop in bange dagen 52. Txg5 hxg5 53. Dxd5 en dankzij de geraapte pionnen kon hij nog met goed fatsoen remise aanbieden.
De ontsnapping van Nakamura was er een in een lange reeks. De Japanse Amerikaan maakte niet bepaald een solide indruk en misschien dat dat ertoe leidde dat zijn tegenstanders hem op het eind gingen onderschatten, zodat hij dankzij een eindsprint toch nog op 50% kwam.
Eenzaam op de laatste plaats eindigde Topalov met de bedenkelijke score van 4½ uit 13. De Bulgaar speelde enorm agressief, wat in principe de juiste tactiek was, maar doordat hij zo hopeloos uit vorm was, keerde die speelstijl zich enorm tegen hem. De toon werd al in de eerste ronde gezet, toen hij tegen Anand een echt Topalov-offer versmaadde:
Hier was 20… Lxf2+ 21. Kxf2 Dh4+ 22. g3 Pxe4+ 23. Txe4 Dxe4 toch wel erg des Topalovs geweest. Er is een lekkere chaos op het bord zonder dat zwart echt materiaal achterstaat. In plaats daarvan ging hij met 20… Pb3?! 21. Tb1 Pxc1? op wits onontwikkelde loper af. Een duidelijk teken aan de wand. Anand had ook weinig moeite om de partij te winnen.
Doordat hij in zijn partijen tegen Aronian, Karjakin en Nakamura genadeloos door de ondergrens zakte, eindigde Topalov op “min 5” en zorgde hij er in zijn eentje voor dat verder niemand op een minscore eindigde. Topalovs rol in de absolute top in de schaakwereld lijkt te zijn uitgespeeld.
De eindstand van het toernooi.
Voor Karjakin gaat het avontuur nu pas echt beginnen. Hoewel hij volgens een gare schaaktraditie zijn BMW al na een maand weer moet inleveren, kan hij wel de hele zomer dromen van het wereldkampioenschap. In het najaar zal hij het tegen Carlsen dan ook echt moeten waarmaken. Kan hij in de match ook een vuist maken of is de Noor hem half slapend de baas? Een beetje geluk zou mooi zijn en het valt voor Karjakin te hopen dat hij dat niet nu al het geluk voor de rest van het jaar heeft opgebruikt…
Interessant hou me op de hoogte.
een leuk detail: die clowns Zijn nog beter dan ik in mijn sterkste dagen!
Richard is niet zo’n zuivere koffie meer, ziet door de velden het bord niet meer.
Grtjs
Wel interessant de “grijze” schaakwereld maakt plaats voor de jongere
generatie.