Boekbespreking: Attacking Chess For Club Players
Eindelijk! Na zeven jaar heeft Herman Grooten weer een boek afgekregen voor clubschakers. Deze keer gaat het over aanvallen. Dat moet de clubspeler toch aanspreken, nietwaar?
Wie dan een boek vol offergeweld verwacht komt bedrogen uit. Natuurlijk, er wordt geofferd, want de aanvaller moet zijn tactische zaken op orde hebben, maar voordat iemand aan offeren toekomt zal hij eerst zijn stelling daarvoor rijp gemaakt moeten hebben. En dat is waar het in dit boek om gaat. Hoe herken je aanvalsmotieven? Hoe laat je je stukken optimaal samenwerken? Hoe benut je open lijnen? Hoe maak je gebruik van zwaktes bij de tegenstander? Dat soort zaken. Daarna krijgen we dan nog typische motieven in de opening, een interessant hoofdstuk over “training skills” en als toetje nog wat aanvalspartijen van enkele grootmeesters.
Het eerste hoofdstuk, over aanvalsmotieven begint met een merkwaardige tikfout. Eigenlijk niet de moeite van het vermelden waard, maar ik doe het toch, want ik wilde juist mijn waardering uitspreken over het feit dat Grooten begint met bijzondere matbeelden. Soms ben je je helemaal niet bewust van het feit dat er een matje inzit, juist omdat het zo’n niet alledaags mat is.
Een studie van Kaminer uit 1929
Na de oplossing 1.Kg4 Ph7 (De enige zet om het paard niet te verliezen. Andere zetten leiden ook tot winst voor wit, als u als clubspeler tenminste in staat bent een kale koning mat te zetten met paard en loper!) ontstaat het bedoelde mat na 5.Pg6+ Kg8 6.Le6. Daar kijkt u van op he? Ineens de vijfde en zesde zet na de eerste. Merkwaardig!
Variaties op dit matje worden ook gegeven, maar andere bijzondere matjes volgen dan niet. Dat is wel een beetje jammer. Aan de andere kant, er komen nog vele matten voor in de rest van het boek. Wellicht ook matbeelden die u nog niet kende.
Andere aanvalsmotieven die in hoofdstuk 1 aan de orde komen zijn:
– Het openbreken van de stelling
– Stukken aanvoeren
– Wapens. Een vergaarbak van allerlei aanvalswapens met, onder andere, de Van Gelder Truc!
Hoofdstuk 2 gaat over de samenwerking tussen verschillende stukken. Hierbij komen ook weer diverse matbeelden aan de orde. Veel aandacht wordt besteed aan de samenwerking tussen Dame en Loper en ook aan die tussen Dame en Paard. Daarna komen de zware stukken aan de orde. Het belang van de zevende rij, de onderste rij, van alles! Ik pik er “The Hook and the Ladder trick” uit. Bedoeld wordt een situatie die u vast wel eens gezien hebt. De dame midden op het bord wordt gedekt door een toren op de onderste rij. U geeft schaak op die onderste rij, de dekkende toren moet nemen en de dame staat ongedekt. Duidelijk? Nee? Dan een voorbeeld…
Een stelling uit de partij Dlugy – Nijboer, Wijk aan Zee 1990. Ook in andere hoofdstukken had deze niet misstaan overigens.
1.Te8+! Die toren kan dus niet genomen worden omdat de toren van b8 de dame moet blijven dekken. Maar zwart heeft een alternatief. Dan moet ie wel op een open diagonaal blijven staan. 1…Kg7 2.De5! Geen dameruil uiteraard. Wits onderste rij wordt verdedigd dankzij het in de stelling aanwezige aftrekschaak met de toren van f6. 2…Tb5 3.Txg6+! Om maar even aan te geven dat er ook geofferd wordt in dit boek. 3… Kxg6 4.Tg8 Kh6 5.Dg7 Kh5 6. Dxh7 mat.
Hoofstuk 3 dan, over het benutten van open lijnen. Met name de open h-lijn komt aan de orde. Bijvoorbeeld in een geweldige aanvalspartij Spoelman – Ernst uit het NK van 2014. Die zoekt u zelf maar op, ik toon u een fraai matje…
Uit de partij Suni – Orri, Helsinki 1957. Zwart heeft al een stuk geofferd en wit dreigt ook nog eens La7+ met damewinst. 1… Dh7 ligt voor de hand, maar wie weet kan de koning dan nog ontsnappen. Zwart vond de fraaie oplossing 1…Th1+! 2.Kxh1 Dh7+ 3.Kg1 Dh2+! 4.Kxh2 Pf3+ 5.Kh1 Th8 mat. Lekker hoor!
Hoofdstuk 4 gaat over het gebruik maken van zwaktes bij de tegenstander. U weet wel, er is gerokeerd en een pionnetje voor de koning is opgespeeld. Dat pionnetje is een aanknopingspunt, maar het gat wat dat pionnetje heeft achtergelaten ook! Kent u het volgende matje al? Ik wel, van een oude partij Plachetka – Zinn, die in meerdere boeken is terug te vinden. Herman Grooten vond een ander voorbeeld…
Uit de partij Gonzalez – Fernandez, Valencia 1995. Als zwart hier Pe4-h3 mocht doen was het een fraai matje dat de samenwerking tussen loper en paard fraai illustreert in een stelling waarin wit zijn koningsstelling verzwakt heeft met g2-g3. Maar Pe4-h3 mag niet. Zwart heeft echter nog een pijl op zijn boog: 12…Dh4! 13.Pf3 Dit moet wel, want 13.gxh4 Tg6+ 14.Kh1 Pxf2 is mat. 13…Pg5! Kijk! Als wit nu Pxh4 doet hebben we dat matje met Ph3. Maar wacht eens, zwart onderbreekt de g-lijn. Dat schaak met de toren is er niet meer! Dus… 14.gxh4 Pxf3+ 15.Kg2 (Kh1 verliest ook, lees het boek maar) 15… Pe1++ 16.Kg3 Tg6 en wit gaf het op. Hij staat snel mat.
Bijna zestig pagina’s, dat vierde hoofdstuk. Dat u niet denkt dat u met dit ene voorbeeld al genoeg weet!
Hoofdstuk 5 gaat over allerlei typische motieven in bepaalde openingsvarianten. Diverse openingen passeren de revue, als ze in uw repertoire passen kunt u er wellicht uw voordeel mee doen. Het gevaar ligt natuurlijk op de loer dat u, bij het zien van zo’n leuk variantje, ineens het plan opvat om die opening ook te gaan spelen. En dan blijkt dat uw tegenstander er nog meer vanaf weet! Houd er rekening mee dat dit geen openingsboek is!
Hoofdstuk 6, daar kunt u twee kanten mee op. Of u vindt het reuze interessant, of u vindt het maar droge stof. Het onderwerp is “training skills”. Kun je leren diep te rekenen? Is het te trainen om een stelling van vijf zetten verderop goed in je hoofd te krijgen? Zeker! Het is een hoofdstuk met relatief weinig diagrammen. Er wordt van u geëist dat u dingen uit het hoofd doet! En dat met een alternatieve vorm van opgaven maken. Bijvoorbeeld…
Wit: Kf5, Th2; Zwart: Ke3. De opgave is: Zet een witte dame op het bord, zodanig dat zwart mat is gezet. Twee oplossingen!
U leert meteen weer matbeelden herkennen en u leert visualiseren. Of u krijgt barstende koppijn na een paar van deze opgaven. Hier spreekt een ervaringsdeskundige
In hoofdstuk 7 behandelt Grooten vier aanvalspartijen van verschillende grootmeesters. Bekende, zoals Kasparov en (voor mijn generatie althans) Hodgson, een relatief onbekende, Areschenko en een hemelbestormer, Wei Yi. O ja, ene Magnus Carlsen komt ook nog voorbij. Voordat die zich specialiseerde in uitknijpschaak was hij ook een aanvalsspeler!
Het boek staat tenslotte door de hoofdstukken heen tjokvol met opgaven. In hoofdstuk 8 vindt u de antwoorden.
Herman Grooten heeft meer dan dertig jaar ervaring als trainer. Dat is goed te merken als u dit boek doorneemt. Veel duidelijke voorbeelden heeft hij, samen met zijn partner Petra Schuurman, verzameld en geordend. Voor de clubschaker met ambitie een uitstekend boek!
————————————————————————
Attacking Chess For Club Players is verkrijgbaar voor 27.95 Euro bij:
De Beste Zet: http://www.debestezet.nl/catalog/product_info.php?products_id=3292
New in Chess: https://www.newinchess.com/Attacking_Chess_for_Club_Players-p-9032.html