Erika Sziva: Eindspelen zijn leuk: les 4: Vestingen
Een van mijn meest trouwe eindspel rubriek lezers kwam met de grappige vraag: ‘Ik ben nu al zo benieuwd waarover je eindspel rubriek No. 78 zou gaan!’ Nou, ik hoop van harte, dat ik dan de schitterende voorbeelden over ingewikkelde en verassende vestingen van niemand minder dan Mark Dvoretsky kan gaan behandelen. Hij was een wereldberoemde trainer en boekenschrijver, helaas kort geleden overleden. Niet voor niets heet een van zijn mooiste boeken in het Duits: Die Endspiel Universität. Met briljante voorbeelden als deze:
Maak je maar geen zorgen, wij gaan het langzaam opbouwen en het zal nog jaren duren voordat we zover komen. Kun je echter geen zes jaar wachten op de oplossing? Dan mag je hem aan het einde van deze rubriek bekijken.
Wat is een stuk waard in het eindspel? Normaal gezien is het ruim voldoende voor de overwinning, al is het belangrijk dat je koning actief staat en dat je de juiste pionnen overhoudt. Er zijn echter talloze uitzonderingen, waaronder de typische vestingen. Wij hebben al eerder voorbeelden gezien van de ‘verkeerde loper’, die je niet kon winnen ondanks een stuk en een pion voor te staan. Nu kijken we naar een paar andere basisvestingen, soms zelfs met nog meer extra materiaal, die tot remise leiden.
Vesting I.
Twee paarden kunnen helaas niet winnen tegen de koning: 1. Pc3+ Ka1 2. Pb4 pat.
Echter als de tegenstander nog een pion overhield, dan is winst vaak nog mogelijk, omdat de verdediger geen patwendingen heeft.
1.Phf4 h3 2.Pe2 h2 3.Pc3+ Ka1 4.Pb4 h1D 5.Pc2 mat. Best leuk, vind ik.
Vesting II.
De witte pion is te ver naar voren, daarom kan wit niet winnen: 1. Kb6 pat.
Vesting III.
In dit voorbeeld heeft wit wel de goede loper, maar krijgt hij de zwarte koning simpelweg niet uit de hoek: 1.Kc6 Kc8 2.Lf5+ Kb8 3.Kd7 Ka8 4.Le4+ Kb8 5.Kd8 remise.
Vesting IV.
Zelfs met een paard is de zwarte koning niet uit de hoek te krijgen: 1.Kc6 Ka8 2.Pc7+ Kb8 3.Kd6 Kc8 4.Pb5 Kb8 remise.
Vesting V.
Onderstaande stelling kreeg ik een keer op bord, toen ik al damesgrootmeester was. Ik kon het bijna niet geloven dat het niet te winnen was:
1.Ke6 Kd8 2.Lc7+ Kc8 remise.
Vesting VI.
Sommige voorbeelden hebben niet veel uitleg nodig. Je ziet het al snel dat wit geen voorderingen kan maken:
1.Kd7 Ka8 2.Kc7 remise.
Vesting VII.
In het volgende voorbeeld moet je wel een beetje oppassen als verdedigende kant. Je moet namelijk verhinderen dat wit h6 kan spelen:
1.Df4 Th6 2.Dd4+ Kh7 3.Dd7 Kg7 4.De7 Te6 met remise.
Vesting VIII.
In deze type stelling moet je ook een regel kennen. Als je de zwarte koning in de hoek wilt houden, moet je met de koning op dezelfde kleur veld stappen als het zwarte paard:
1.Kf2! Pc6 2.Kf1 Pe5 3.Kf2 Pg4+ 4.Kf1 Pe3+ 5.Kf2 remise. Zwart is in zetdwang.
Deze leuke voorbeelden, net als je huiswerk opdrachten, komen uit het boek van Artur Jusupov, (Boost Your Chess vol. 1). Ook een fantastische, inspirerende trainer, die veel samenwerkte met Mark Dvoretsky. Dit leverde, naast de 3e plaats op de wereldranglijst, meerdere gezamenlijke boeken op, die je als je rating boven de 2000 is, zeker moet bestuderen om nog sterker te worden!
Ik weet dat je bijna niet kunt wachten om aan de slag te gaan met je huiswerk, dus ik zal je niet langer van weerhouden. Succes er mee!
De makkelijke opdracht:
De moeilijkere opdracht:
Klik hier voor oplossingen huiswerk:
Oplossing Dvoretsky’s opdracht
De h3 pion zal zeker promoveren, dus de enige kans van wit voor remise is een vesting te bouwen met zijn koning Kf8–g7 en pion f5–f6. Daarna moet hij zijn loper ook nog op h6 te krijgen. Anders loopt de zwarte koning naar f5, pakt het paard met de dame en daarna de g5 pion met de koning en dat eindspel is wel gewonnen voor zwart.
1.Lf6!
De natuurlijke 1.f6? verliest: 1…h2 2.Kf8 h1D 3.Kg7 Kc6 4.Pf8 Dh4 5.Ph7 Kd5 6.La3 Ke4 7.Lb4 Kf5 8.Ld2 Df2 9.Lc1 De1 10.La3 Dh1 gevolgd door 11… Dxh7+.
1…Kd6
1…h2? 2.Le5+
2.Le7+ Kc6
2…Ke5 3.Kd7
3.f6! h2 4.Lf8 h1D 5.Lh6=
Zwart kan geen schaak geven en de witte koning zal naar g7 lopen en een onneembare vesting bouwen. ½–½
Aangezien ik de Simkhovich 1926 niet snapte, heb ik deze in Stockfish gezet. Die ‘m trouwens ook niet snapt.
“De natuurlijke 1.f6? verliest: 1…h2 2.Kf8 h1D 3.Kg7 Kc6 4.Pf8 Dh4 5.Ph7 Kd5 6.La3 Ke4 7.Lb4 Kf5 8.Ld2 Df2 9.Lc1 De1 10.La3 Dh1 gevolgd door 11… Dxh7+.”
Hierop dacht ik ipv 3 Kg7 doe je 3 Kg8 en op 3…Da8 schaak wilde ik Lf8 doen om dan ooit naar h6 te gaan met die loper. Alleen toen besefte ik pas dat zwart de witte f8-loper eeuwig gepend houdt door simpelweg zijn dame op a8 te laten staan, dan met zijn koning naar f5 loopt en dan pas zijn dame offert op g5.
Zelfs nu 1 uur denken ziet de computer de oplossing niet. Helaas zal geen enkele GM in zo’n eindspel terecht komen, dan heeft de computer allang beslissend voordeel gemaakt. Toch leuk om te weten dat zelfs 3400 monsters het soms nog afleggen tegen mensen.