Black is Back! door Richard Vedder
Twee keer in mijn leven slaagde ik erin een Grootmeester te verslaan in een partij met normaal speeltempo. In beide partijen had ik zwart. Vijftien keer versloeg ik een Internationaal Meester als ik het allemaal goed heb bijgehouden. In negen van die partijen had ik zwart. Ik heb er dan ook geen enkel bezwaar tegen om met zwart te moeten spelen. Mijn teamleider bij En Passant weet dat, met als gevolg dat ik ieder seizoen minstens zes van de negen partijen zwart krijg. Als ik daarmee een teamgenoot die graag wit heeft een extra witbeurt kan bezorgen… graag!
Ik ben niet de enige. Neem nu de Hongaarse grootmeester Andras Adorjan. Die schreef in het verleden al boeken als “Black is OK!” , “Black is still OK!”en “Black is OK forever!” Duidelijke signalen dat hij ook graag met zwart speelt. En daar heeft hij in het afgelopen jaar “Black is Back!” aan toegevoegd. Zijn zwanenzang, zo schrijft hij in het voorwoord. Niet dat hij van plan is op korte termijn de weg van alle vlees te gaan, maar hij vindt zijn missie volbracht. In 1985 begon hij serieus te twijfelen aan het dogma dat het een voordeel is om wit te hebben en hij wijdde daar de afgelopen dertig jaar vele boeken en artikelen aan.
Voornoemde boeken staan niet bij mij in de kast. Ik heb dus geen vergelijkingsmateriaal. Ik kan me echter niet aan de indruk onttrekken dat er de nodige overlap is met de vorige boeken, gezien de hoeveelheid oude partijen die ik in het boek aantref. (Deze indruk leverde me een reactie op van Allard Hoogland van New in Chess, die dit een wat al te negatieve benadering vond. Hij schreef me: “In dit 320 pagina’s dikke boek staat 1 stukje van 3 pagina’s dat een bewerking is van een eerdere tekst – en daar staat het nota bene bij vermeld. Verder 2 of 3 partijtjes die eerder werden opgenomen, maar in een andere vorm.” Waarvan akte!) Of het moet zijn dat hij in die vorige boeken niet uit zijn eigen oeuvre putte, want dit boek staat vol met partijen die de auteur zelf met zwart gespeeld heeft. En gewonnen! Hij heeft zijn oorspronkelijke analyses waar nodig aangescherpt, zo schrijft hij in de inleiding van het hoofdstuk “Black is Brutal 1” maar er zijn toch nog wel wat op- en aanmerkingen te maken. Neem nu zijn commentaar in de volgende partij…
Ljubojevic – Adorjan
Riga 1979
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 e6 6.Pdb5 d6 7.Lf4 e5 8.Lg5 a6 9.Pa3 b5 10.Pd5 Le7
Ljubo koos hier de variant 11.Pxe7. Adorjan schrijft hierbij dat 11.Lxf6 Lxf6 12.c3 een rustiger manier is om deze variant te spelen. Het zal hem toch niet ontgaan zijn hoe Alexei Shirov door Anish Giri met deze variant werd gemolesteerd in hun match te Hoogeveen 2014? Die partij was bepaald geen reclame voor zwart!
Ik zal niet op alle slakken zout leggen hoor. De verzameling eigen werk is indrukwekkend en hij heeft een leuk en scherp openingenrepertoire. In die zin gaat de vergelijking met mijn zwartpartijen niet meer op, want mijn repertoire is de laatste tien jaar een stuk minder breed!
Hij speelde graag met zwart tegen de Keresaanval. En dat terwijl Gary Kasparov hem er ooit voor waarschuwde dat die toch wel erg gevaarlijk was! Bedenk hierbij dat Adorjan secondant van The Boss is geweest in de jaren dat die de wereldtop bestormde. Rivaal Karpov bediende zich graag van de Keresaanval, dus de heren zullen daar menig woord over gewisseld hebben. En jawel, in de eerste partij van de eerste match Karpov-Kasparov stond ie al op het bord! Dat werd remise.
Adorjan scoorde volgens mijn database tien overwinningen tegen de Keresaanval tegen vijf nederlagen. En ook nog elf remises. Hij heeft dus recht van spreken! Een voorbeeld uit het boek:
Santo Roman – Adorjan
Cannes 1986
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 d6 6.g4
Dat is hem dus, de Keresaanval.!
6…h6 7.h4 Pc6 8.Tg1 h5 9.gxh5
9.g5 is een, volgens Adorjan, slecht alternatief. In het boek is een 0–1 in 20 zetten te vinden!
9…Pxh5 10.Lg5 Pf6 11.Dd2 Db6 12.Pb3 a6 13.0–0–0 Ld7 14.Tg3 Tc8 15.De2 Dc7 16.Lg2 Le7 17.Te3
Slecht, volgens Adorjan, die meent dat de toren naar h3 moet.
17…Pe5 18.f4 Pc4 19.Ted3 Ph5
Wit staat ineens op instorten. Kijk die paarden eens in die stelling poken.
20.Th3 f6 21.f5
21.Lf3 g6 en zwart wint.
21…fxg5 22.hxg5 Lxg5+ 23.Kb1
23…Ke7
23…Pxb2 was meteen uit geweest. Nu krijgt wit nog een kans.
24.Txh5 Txh5 25.Dxh5 Lf6 26.Lh3?
26.fxe6 Lxe6 27.Lh3 was nog een manier om te overleven: 27…Lf7 28.Pd5+ Lxd5 29.exd5 Pa3+ 30.Ka1 Pxc2+ 31.Kb1 Pa3+ 32.Ka1 en eeuwig schaak.
26…Pa3+ 27.Kc1 Lxc3 28.fxe6 Le8 29.De2 Le5 30.bxa3 Dc3 31.Dd3 Db2+ 32.Kd2 Lb5
0–1
Er staat nog veel meer in het boek dan alleen partijen van Adorjan. Zo is er een hoofdstuk (geschreven door Peter Boel!) gewijd aan de onderlinge partijen tussen Gelfand en Nakamura. Er zijn geen twee andere topgrootmeesters in de wereld bij wie de onderlinge zo vaak in 0-1 is geëindigd als bij die twee. Deskundigen worden geciteerd en ook de hoofdrolspelers zelf zijn ondervraagd over hoe dat nu kan. In het kort: Het maakt Nakamura niet uit of hij wit of zwart heeft en Gelfand meent simpelweg dat wit geen voordeel heeft aan het begin van de partij. Alleen heeft wit meer mogelijkheden om te bepalen hoe de strijd gaat verlopen. Laat ik die laatste zin eens mijn eigen interpretatie geven: Wit kan voor een ruilvariant kiezen, of er vol ingaan. Zwart moet dat vaak even afwachten.
Adorjan wijdt ook een hoofdstuk aan het Tal Memorialtoernooi van 2013, waarin zwart ook erg goed scoorde. Helemaal waar natuurlijk, maar iemand anders kan dan een vuistdik boek maken van toernooien waarin witspelers de zwartspelers overklasten!
Dik 300 pagina’s succesverhalen voor zwart. Inspirerend voor schakers die het moeilijk hebben met zwart en een waarschuwing voor mensen die met wit eventjes denken te kunnen winnen. Dat gaat zomaar niet, want Black is Back!
Black is Back! is verkrijgbaar bij:
De Beste Zet: Black is Back!
New in Chess: Black is Back!