Mark van der Werf wacht zware klus
Vandaag begint in Wijk aan Zee één van de oudste en grootste schaaktoernooien ter wereld: het Tata Steel Chess toernooi. Mark van der Werf (42), internationaal meester uit het Leidsch Schaakgenootschap (LSG), verwacht ‘boven zijn macht’ te gaan schaken.
“Als een voetbalclub uit de eerste divisie die een eredivisionist treft,” zo omschrijft Van der Werf zijn eigen uitgangspositie op het prestigieuze schaaktoernooi. Hij is vorig jaar gepromoveerd naar de grootmeestergroep C, het derde niveau. Daarin krijgt hij gezelschap van LSG’er Jan Willem de Jong. In de hoofdgroep is landskampioen Jan Smeets uit Oegstgeest actief.
Na zijn promotie speelt Van der Werf in een omgeving met meer cachet. “In plaats van hutje mutje in de grote groep, zit ik nu aan een eigen tafel met een naambordje.” Hij is, naar eigen zeggen, van favoriet tot zwakke broeder geworden. “Het wordt zwaar. Vorig jaar speelde ik negen partijen, nu dertien. En het niveau ligt veel hoger. Ik speel een beetje boven mijn macht.”
Van der Werf, de algemeen directeur van het bondsbureau van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond, wacht concurrentie van jong en oud. “Ik speel tegen professionals en zeer talentvolle jeugd. De jongste grootmeester komt uit de Oekraïne en is 14 jaar.” De verjonging slaat toe in het schaken., merkt hij. “De computer draagt daar sterk aan bij. Dankzij internet is informatie veel makkelijker toegankelijk dan vroeger.”
Drie jaar geleden nam Van der Werf eveneens deel in de C-groep. “Toen behaalde ik een score van 50 procent, daar was ik heel tevreden mee. Simpel gezegd heb ik toen de helft van mijn partijen gewonnen.” Hoe het hem dit jaar zal vergaan, vindt hij lastig in te schatten. “Het is belangrijk om in het begin goed te scoren. Anders word je de Kop van Jut. Dan gaan de tegenstanders er eens extra goed voor zitten. Voor het zelfvertrouwen is dat heel slecht.”
Zijn directeursfunctie staat een toernooideelname niet in de weg. “Sinds ik deze baan heb, merk ik dat ik minder tijd heb om te schaken. Grappig genoeg gaat het wel goed, ik weet niet hoe dat kan.” Naast schaken moet er ook gewoon gewerkt worden. “De meeste deelnemers zitten in Wijk aan Zee in een hotel. Ik niet, want ik rijd op en neer. ’s Ochtends zal ik regelmatig op het werk in Haarlem zijn.”
De 73ste editie van het schaaktoernooi duurt tot 30 januari. “Na afloop zal ik behoorlijk uitgeput zijn,”verwacht Van der Werf “Maar het is het waard. Het is geweldig om deel te nemen aan zo’n enorm groot evenement. Wereldtop en amateurs zitten bij elkaar in de zaal, dat maakt het bijzonder.”
Hielke Biemond, Leidsch Dagblad vrijdag 14 januari 2011.
(Foto archief schakers.info, Corus 2010)