“Onderzoekt alles en behoudt het goede”
“Onderzoekt alles en behoudt het goede” schreef Paulus een kleine 2000 jaar geleden in zijn brief, gericht aan de Tessalonicenzen. Een goede raad, die ook schakers zich mogen aantrekken. Want wat een moois heeft het spel te bieden aan combinaties, wonderbaarlijke ontsnappingen en noem maar op. Het probleem is alleen dat we ze niet altijd vinden. Yakov Neishtadt, geboren in 1923 en daarmee misschien wel de oudste schaakboekenschrijver ter wereld, verzamelde vele fraaie momenten, rangschikte die naar thema en stelde zo een boek samen dat uitstekend trainingsmateriaal is voor hen die hun tactische vaardigheden wensen aan te scherpen.
700 Practical lessons & exercises, aldus de voorkaft van Improve Your Chess Tactics. Zo moeten indertijd de Polgarzusters ook grootgebracht zijn. Dagelijks door vader dit soort opgaven voorgeschoteld krijgen bij het ontbijt zodat het later, in echte partijen, allemaal gesneden koek is en combinatiemotieven automatisch in het oog springen.
De combinatiemotieven zijn als volgt onderverdeeld:
- Deflection. Een verdedigend stuk van zijn ideale positie verdrijven, zodat er velden vrijkomen, of stukken ongedekt komen te staan.
- Decoying. Een stuk naar een bepaald veld lokken waar het bloot staat aan groot gevaar.
- Eliminating defenders. Het met geweld opruimen van verdedigende stukken.
- Clearing Lines and squares. Het vrijmaken van lijnen en velden, maar uiteraard ook van rijen en diagonalen zodat andere stukken daarvan kunnen profiteren.
- Pinning and unpinning. De penning staat centraal.
- Interference and shutting-off. Een stuk op een veld plaatsen zodat het in de weg staat zodat een bepaald punt niet meer verdedigd wordt.
- Combining themes. Diverse combinaties waarin meerdere van bovengenoemde motieven tegelijk voor komen.
- Pawns on the brink. Offers om promotie van een pion te bewerkstelligen.
- Miracle saves. Houdini-acts op het schaakbord. In een ogenschijnlijk verloren stelling nog een pat of eeuwig schaak kunnen forceren.
Al deze thema’s worden behandeld met een ruime hoeveelheid voorbeelden en een nog grotere hoeveelheid oefeningen. Als u in staat bent deze vlotjes op te lossen schuilt er een tactisch monster in u! Een paar voorbeelden:
Fragment uit Smejkal – Adorjan 1972. Voor het geval u nog niet begrijpt wat het verschil is tussen Deflection en Decoying. Wit won met Txh6+! Zwart is verplicht te slaan, maar beide manieren stuiten op grote bezwaren. Slaan met de loper betekent dat die de dame op c3 niet meer dekt (deflecting) en slaan met de koning betekent dat die door Dh4 mat gezet wordt (decoying).
En wat te denken van de vele verschillende thema’s in deze combinatie van Rossolimo:
1 Txf5! Opruimen van een verdediger en het vrijmaken van de diagonaal van de dame. 1… exf5 2 Dxh6! Deflecting, want in geval van gxh6 volgt Pf6+ en Tg8 mat, en decoying, want de koning wordt uit zijn tent gelokt. 2… Kxh6 3 Th1+ Kg6 4 Kf4! Maakt de diagonaal vrij voor de loper. Er dreigt Lh5+ gevolgd door Lxf7 mat. 4… De6 5 Th8! Nu ging Lh5+ gevolgd door Lf7+ niet goed, wegens Dh6+. Maar er dreigt nu Lh5 mat en daar is, de grote materiële voorsprong ten spijt, niks aan te doen!
Een lekker lomp voorbeeld van “Pawns on the brink”:
Uit de partij Veltmander – Polugaevsky, 1958
Zwart aan zet. Mijn gevoel zegt overigens dat hier een diepere variant aan vooraf is gegaan, want anders zou dat paard reddeloos verloren zijn hier en zwart zou slechts door een toeval de partij nog kunnen winnen. Maar hoe dan ook, het gaat om die pion op c3. Ziet u die al promoveren op korte termijn? Nou, let maar eens op: 1… Pg3+ 2 fxg3 Df6+ 3 Df2 Txe1+ 4 Kxe1 Dxf2+ 5 Kxf2 c2 en wit gaf op.
Mijn persoonlijke favorieten zijn de Miracle Saves. Een groter genoegen bestaat er bijna niet. Ontsnappen uit een hopeloze toestand. Meestal betreft dit een patcombinatie. Het mooiste is dan natuurlijk als er zoveel mogelijk stukken op het bord staan…
De partij Gogolev – Varshavsky uit 1967. Wit heeft zojuist De4 gespeeld. Dreigt mat op h7, dus zwart zal wel dames moeten ruilen. Een patcombinatie zal er wel niet inzitten met zoveel stukken en een mobiele pion op g5. Nou, daar dacht Varshavsky iets anders over: 1… Td1+ 2 Kh2 Dg1+ 3 Kg3. “Ziezo”. Je hoort het hem denken, die witspeler… 3…, Td3+! 4 Dxd3 De3+! 5 Dxe3 pat! De pion op g5 staat nu gepend!
En van al dit soort combinaties staan er dus ruim zevenhonderd in dit boek. En in het gedeelte met oplossingen achterin staan de diagrammen met de opgaven ook weergegeven. Dat heeft als groot voordeel dat u dit boek kunt doornemen zonder dat u een schaakbord nodig heeft.
Maar al die briljante combinaties, zijn wij in staat om die in de praktische partij ook te vinden. Uit zo’n boek is het natuurlijk al een stuk makkelijker omdat we weten dat er iets in zit. Maar vaak zie je niet dat er iets in zit, waarna je de partij voortzet met normale strategische zetten. En daarom, Paulus schreef het al, onderzoekt alles!
Maar ook al onderzoeken wij voor ons gevoel alles, er zijn zetten die gewoon niet in ons opkomen op een of andere manier. “Invisible Chess Moves” zou je die kunnen noemen en over dat type zetten hebben Emmanuel Neiman en Yochanan Afek een boek samengesteld. Zetten waarmee je een partij prachtig kunt beslissen, of waarmee je een schier hopeloze situatie nog zou kunnen redden, maar je doet ze niet, simpelweg omdat het een soort zet is die gewoon niet in je opkomt!
Een voorbeeld…
Uit de partij Lapiken – Reshevsky, 1955. Wits laatste zet was Lxg7 en zwart besloot niet meteen terug te slaan, maar even een tussenschaakje te geven. Wit hief gedwee het schaak op en zwart sloeg terug op g7. Maar wit kon op slag winnen met 1 Lc4! Slaat zwart met de pion, dan is het mat in twee na Dh6+ en doet zwart1…, Dxc4, dan is het na 2 b3 damewinst of mat.
Waarom ziet die witspeler 1 Lc4! over het hoofd? De schrijvers leggen het uit: “Het is een aanvalszet, gebruikt voor de verdediging.” Kennelijk zijn wij geneigd in de verdediging alleen aan verdedigende zetten te denken. De schrijvers geven vaker een dergelijke uitleg. Waarom is een bepaalde zet een “invisible chess move” ? Dat kan allerlei oorzaken hebben. Of het allemaal wetenschappelijk onderzocht is weet ik niet, maar uit eigen ervaring snap ik goed wat ze bedoelen. Zo geven ze veel voorbeelden van “Geometrically invisible moves”. De horizontale werking van een toren bijvoorbeeld. Dat gaat zelfs in de wereldtop nog wel eens fout:
In deze stelling besloot zwart, met twee pionnen minder, remise door eeuwig schaak te forceren met Dh3+ Dh2+ enz. Echter, hij had heel snel kunnen winnen dankzij de horizontale werking van de toren: 1…, Th5! De toren slaan met het paard gaat niet wegens Dh1 mat en als de witte dame wijkt valt de loper van b5! Nu hoor ik u denken: “twee zetten diep, dat ziet mijn tante ook nog” maar pas op! De zwartspeler, die hier totaal niet dacht aan de horizontale werking van de toren, was meervoudig Russisch kampioen Peter Svidler!
Moraal van het verhaal: Onderzoekt alles! Ook de horizontale werking van de toren! Als die Paulus toch eens had kunnen schaken…
Niet alles onderzoeken. Het overkomt dus de allerbesten. En dat is van alle tijden. Zagen we net een topper van nu misgrijpen, in het volgende voorbeeld verzuimt een wereldtopper uit de tijd van Euwe alles te onderzoeken…
Uit de partij Flohr – Grob, 1933. Zwart dreigt mat op f1 en wit zag niet wat hij eraan kon doen en gaf na enig nadenken op. Toch is er een verdediging. En ik geef toe, ik ben gaan zoeken naar allerlei soorten schaakjes, ingeleid door Lxf7, of door Lc4 gevolgd door De8, maar dat hielp niks. Wit kan zich redden met een invisible move. Laat ik eerst de uitleg geven waarom de schrijvers het een invisible move vinden:
- Er dreigt mat, men denkt dan niet snel aan een koningszet
- Een zetje achteruit met de loper overweegt men niet zo snel
- Het hoofd koel houden in de verdediging is niet altijd makkelijk.
Hebt u, na bovenstaande zeer vrije vertaling vanuit het Engels, inmiddels gezien hoe wit zich had kunnen redden? Inderdaad, met het zeer koelbloedige 1 Kh1, Df1+ 2 Lg1!
En nogmaals, de argumenten die men geeft waarom 1 Kh1 een “invisible move” is zijn vast niet wetenschappelijk onderbouwd, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik er ook niet aan gedacht heb!
Invisible Chess Moves geeft aan welk type zetten wij, normale stervelingen, niet of nauwelijks in ogenschouw nemen, terwijl de emotieloze computer de waarheid eenvoudig boven tafel brengt. De computer onderzoekt alles! En wij hebben een blinde vlek voor onlogische zetten. En wij zijn in goed gezelschap hoor, want er is zelfs een paragraaf gewijd aan “Blunders in World Championship matches”.
Het aantal soorten “invisible moves” is verrassend groot en het is goed dat wij daar middels dit boek op gewezen worden. Het leert ons dat we onze bedenktijd niet alleen moeten gebruiken om steeds dezelfde varianten door te rekenen in de hoop dat er een moment komt dat hij eens kloppend is. Het leert ons om naar alternatieven te zoeken. Zetten waar je eigenlijk nooit op lette, om wat voor reden dan ook. Het is dan ook een welkome aanvulling op “Improve your chess tactics”. Dat is dan ook de reden dat ik beide boeken in één recensie gevat heb. Want het zoeken naar en vinden van een combinatie is minstens zo belangrijk als het uitvoeren ervan!
Onderzoekt alles, en behoudt het goede!
(Richard Vedder)