Haarfijne aanbevelingen voor de schaakstudie

 

Woensdagavond 19 september presenteerde Matthew Sadler in het speellokaal van zijn club SG Amersfoort zijn nieuwste boek ‘Study Chess with Matthew Sadler’ (zie hier een video-introductie). De belangstelling was niet heel groot en dat was jammer. Voor de schrijver, maar vooral ook voor hen die er niet bij waren. Die hebben namelijk een originele presentatie gemist, waarin Sadler twee recente partijen van hemzelf besprak, die dus niet in het boek staan, maar waarbij hij wel haarfijn kon uitleggen hoe hij de aanbevelingen uit zijn eigen boek heeft toegepast.

Een boek, zeer geschikt voor herintredende schakers, zoals hijzelf, aldus Sadler. Want hoe doe je dat, na jaren van inactiviteit de draad weer oppakken? En hoe kan het dat er na een reeks van successen (Wageningen, Haarlem, Barcelona, Oslo) ineens een zwaar tegenvallend resultaat (Tata Steel) achteraan komt? Sadler beschrijft hoe hij de draad weer oppakte, welke openingen hij bestudeerde, hoe hij altijd rekening houdt met eventuele eindspelen (bedenk per zet een paar seconden hoe de stelling zou staan zonder de dames), maar vooral beschrijft hij zijn denkpatronen tijdens een partij.

En er komt nog meer! Want nadat Matthew het boek al naar de uitgever had gestuurd had hij nog meer materiaal klaar. Maar het boek was al gedrukt. Er zal dus nog wel een deel twee komen. Over zijn tweede comeback, zoals hij zelf zegt, want sinds Tata staat de schaakstudie weer op een laag pitje en in November moet hij toch weer vol aan de bak in Wolvega. Tja, Matthew liet zich ontvallen dat hij tegenwoordig een deel van zijn vrije tijd besteedt aan het spel Go. Hmm…

De eerste partij die hij demonstreerde was nog erg vers. Namelijk van de zaterdag voorafgaand aan deze presentatie. De eerste ronde van de KNSB-competitie. De partij komt ongetwijfeld in deel 2…

Matthew Sadler – Michiel Bosman

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pf6 4.De2 De eerste drie hoofdstukken gaan over openingsvoorbereiding. Over het spelen van onorthodoxe openingen (u kent vast de partij die Sadler tegen Chiel van Oosterom speelde nog wel; wordt in twee hoofdstukken behandeld) en het ontdekken en toepassen van nieuwe ideeën in de opening. Het door Matthew gespeelde 4.De2 is dan wel niet nieuw, maar het is veel minder gespeeld dan het gangbare 4.0–0 Pxe4 5.d4 Pd6 6.Lxc6 dxc6 7.dxe5 Pf5 8.Dxd8+ Kxd8 waarmee Kramnik Kasparov temde en waarmee nog altijd heel veel partijen in remise eindigen. De2 is niet bijzonder sterk, maar ook weer niet slecht. Het houdt wel alle spel in de partij.  4…Ld6 Dit idee kennen we ook uit het vierpaardenspel. Zwart heeft twee plannen: of 0-0, Te8 en Lf8, waarna er weer normale structuren ontstaan, of Pe7 en c6 met de bedoeling ooit d7-d5 te spelen. 5.c3 0–0 6.La4 Dit vond ik een bijzondere zet. Matthew legde zelf uit wat zijn gedachte erachter was: “De zet moet waarschijnlijk toch eens gespeeld worden en nu wint zwart geen tempo als hij besluit tot Pe7 en c6.” In hoofdstuk vijf legt hij uit wat er niet goed ging in Wijk aan Zee. Juist dit soort zetten, waarmee hij geduldig aan zijn stelling bouwt zonder meteen toe te willen slaan terwijl de tijd er nog niet rijp voor is, speelde hij niet in Wijk aan Zee. Een hoofdstuk eerder maakt hij onderscheid tussen “active thinking” “reactive thinking” en “prophylactic thinking”. En in dat hoofdstuk is te zien hoe goed dat steeds voor hem uitpakte. Maar hoofdstuk vijf “That didn’t quite work out” laat zien dat het, wanneer de juiste vorm ontbreekt, niet altijd meevalt om in bepaalde stellingen de juiste manier van denken toe te passen.

Het gespeelde 6.La4 vond ik een bijzondere zet, maar natuurlijk is het in feite niks bijzonders. De computerwaardering schiet niet omhoog, zwart komt er niet door in de problemen. Het toont alleen aan dat Matthew in een creatieve stemming was deze middag. 6…Te8 7.d3 Lf8 8.Pbd2 d5 9.Pf1 Weer zoiets. 95% van de schakers zou hier toch gewoon rokeren? Maar Matthew wilde dat paard via f1 naar e3 of g3 spelen. En als wit eerst rokeert moet ook nog Te1 gespeeld worden en dan pas kan Pd2-f1-e3 gespeeld worden. En rokeren kan altijd nog! 9…dxe4 10.dxe4 Pd7 Ho! Ook zwart is creatief bezig. Niet “gewoon” de loper van c8 ontwikkelen, maar een plan smeden om met Pc5 en eventueel b6 en La6 te profiteren van de verzwakking van veld d3. Wit moet zijn plannen met het paard van f1 dus even in de ijskast zetten. 11.Lg5 “En 11.Lxc6 dan? Om die pionnenstructuur te vernielen?” vroeg iemand uit het publiek. Dat maakt de situatie er met betrekking tot veld d3 niet beter op. De loper zal straks op c2 een verdedigende taak krijgen. 11…f6 12.Le3 Pb6 Na 12…Pc5? blijkt waarom wit met zijn elfde zet even die f-pion naar voren heeft gelokt: 13.Lxc5 Lxc5 14.Dc4+ en een stuk in de tas. Maar 12…De7 dan? Om Pc5 voor te bereiden? 13.Lb3+ Kh8 14.Dc4 en zwart moet zware offers brengen om niet mat te gaan. En dus gaat het paard naar het iets minder sterke veld b6. 13.Lc2 Le6 14.b3 La3 15.Ld2 er dreigde Lb2 met pionwinst. Maar de terugtocht maakt ook veld e3 vrij voor het paard. …De7 16.Pe3 Ted8 17.0–0 Td7 Sadler: “ik vind verdubbelen altijd zo zinloos. Het leidt alleen maar tot het afruilen van alle torens over de open lijn”. Volgens hem is 17…a5 een betere zet. 18.Tad1 Tad8 19.Pe1 Er zitten af en toe wendingen in als …Pd4 20.cxd4 exd4, gevolgd door d4-d3. Dat is nu verhinderd. 19…a5 20.Pd3 Td6 21.f4 een belangrijke zet. Na ruil op f4 krijgt zwart het fraaie veld e5 voor zijn paard en wit krijgt met zijn paarden op e3 en f4 uitzicht op diverse witte velden in het zwarte kamp. En een zwakke e-pion, dat ook, maar Matthew vond dat een aanvaardbaar risico. …Dd7 22.Le1 exf4 23.Pxf4 Txd1 24.Lxd1 Lf7 25.Lc2 Lc5 26.Kh1 Pe5 27.h3

Hier breekt de cruciale fase in de partij aan. De stelling is nagenoeg gelijk, als ik Houdini mag geloven. Maar iedere zet, ieder plan is belangrijk en een misstap kan de waardering van de stelling ernstig beïnvloeden. Zwart start hier een plan. Hij wil zijn paard van b6 omspelen, waarschijnlijk via d7 en f8 naar e6. Een mooi plan, en hij voert het meteen uit. Active thinking! Maar zoals Matthew opmerkte: “met iedere zet die je doet geef je ook iets weg aan je tegenstander.” En daar houdt Bosman in deze partij onvoldoende rekening mee. Zie hoe in een tijd van vier zetten de balans omslaat in wits voordeel. …De8 28.Pf5 Pbd7 De witte dame kan nog niks. Door de volgende zet komt daar verandering in. 29.Lf2! Lxf2 30.Dxf2 De dame dreigt nu actief te worden op de koningsvleugel, maar ook binnen te vallen op a7.  …b6 Niet zo’n beste. Beter was 30…Df8 om 31.Da7 op te vangen met Dc5. 31.Pd5 Lxd5 32.exd5 zo is die passieve loper van c2 ineens een aanvalswapen geworden. …Pc5 en hiermee laat zwart een elegante slotcombinatie toe.
Sadler, tactisch altijd al sterk geweest, laat de kans niet lopen…

33.Pxg7! Kxg7 34.Dxf6+ Kg8 35.Te1 Pcd7 of 35…Txd5 36.c4 36.Dg5+ Kh8 37.Dh4! Het enige stuk dat h7 kan dekken is de dame, maar de majesteit heeft haar handen al vol aan de toren op d8. Zwart gaf het op. 1–0

Study Chess with Matthew Sadler is een prettig leesbaar kijkje in de hersenpan van een heel sterke grootmeester.

Enne… Na de partij tegen Bosman toonde Sadler ook nog een partij uit een rapidtoernooi in Gouda tegen IM Fred Slingerland. Die partij eindigde in remise, maar ergens had Fred het anders kunnen doen. Matthews analyse leidde tot de volgende stelling:

Wit moet doorpakken, want eventuele eindspelen zullen verloren zijn met die zwarte vrijpionnen. Na twee zetten is alles duidelijk. Ik geef hem u hier als een ’teasertje’, want ook dit zal vast voorkomen in Matthews volgende boek.
Over zijn tweede comeback!

(Richard Vedder)
Te koop in de reguliere boekhandel of online bij:

De Beste Zet

New In Chess

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *