Wat te denken van het Catalaans?
Het is niet altijd gemakkelijk om over openingsboeken te schrijven. Met sommige openingen heb ik geen ervaring, van andere heb ik geen verstand. Wat te denken van het Catalaans? U weet wellicht, op een enkel uitstapje naar 1.b3 na open ik mijn partijen vrijwel altijd met 1.e4. Toch heb ik in mijn jeugd wel eens Catalaans gespeeld met wit. Maar dat is allemaal lang geleden. En met zwart dan? Met zwart heb ik ook ervaring opgedaan, maar ook dat is al van enige tijd geleden. Immers, tegenwoordig speel ik vaak aangenomen damegambiet en dan komt het Catalaans niet aan de orde. Althans, dat dacht ik tot maandag 3 december. Toen was er de KNSB-bekerwedstrijd Almere – En Passant. Ik mocht kiezen bij de kleurloting en ik lootte zwart op de oneven borden. Een vorm van zelfkastijding, want ik had mezelf, als plaatsvervangend teamleider, kort tevoren op het derde bord gezet.
Pim Groot – Richard Vedder
1.d4 d5 2.Pf3 Pf6 3.c4 dxc4 Kijk! Zo zijn we mooi van het Catalaans af dacht ik. Ik heb namelijk twee boekjes over het aangenomen damegambiet thuis en daarin wordt met geen woord over 4.g3 gerept. 4.g3 Nou ja zeg! Hij doet het toch! En dus kon ik achter het bord op zoek naar de verschillen. Ik heb de zet e7-e6 nog niet gespeeld. Als er ergens voor mij voordeel uit de door wit gehanteerde speelwijze gehaald kan worden is dat vast iets met de loper van c8 die nog alle vrijheid heeft. En daarbij bedacht ik me ook dat ik d4 op de korrel moest nemen, want als hij ook nog eens e3 moest spelen, terwijl g3 al gespeeld is… dat is lelijk! Dus eerst deed ik 4…Pc6 Een zet waar Manuel Bosboom weinig waardering voor heeft. Maar verdorie! Er is toch geen beter veld voor het paard van b8 dan c6? Met 4…e6 waren we in een normale Catalaanse stelling gekomen. 5.Lg2 e6 Na enig zoeken besloot ik er toch maar gewoon Catalaans van te maken. Ik zag geen voordeel in het ontwikkelen van de loper: 5…Lg4 6.e3? e5! zou wel lekker zijn inderdaad, maar wit doet geen 6.e3, maar simpel 6.0-0. Zwart kan die d-pion toch niet pakken, omdat wits loper helemaal naar b7 loert. Toch was er te profiteren van de door wit gekozen zetvolgorde,want 5… e5! was een goeie geweest. Na slaan op e5 volgt dameruil en Pg4 en wit heeft een groot probleem. Maar ja, achter het bord zocht ik alleen maar vergeefs naar goede loperzetten. Hmm… Onderzoekt alles, was het toch?
Maar nu we toch in het gewone Catalaans zitten is het wel een mooi moment om “The Powerful Catalan” van Victor Bologan er eens bij te pakken. Een boek dat veel varianten van het Catalaans behandelt. 18 verschillende hoofdstukken telt het boek, allen met verschillende bestrijdingswijzen voor zwart, waarin Bologan tracht aan te tonen dat het Catalaans een uitstekende keuze is voor witspelers. De variant met het door mij gespeelde Pc6 vinden we in hoofstuk 12: Developing the knight. 6.Da4 Probeert de c-pion meteen terug te winnen, waarna de positie van het paard op c6 niet zo goed is volgens Bologan. Hij blokkeert de pion op c7. Ik probeer de pion toch te behouden. 6…Lb4+ 7.Ld2 Pd5
8.a3? Hier gaat Pim in de fout. Na afloop gaf hij aan dat hij de “typisch Catalaanse zet” 8.Pe5 had moeten spelen. En warempel, onder het genot van een paar palmpjes, en dankzij de bemoeienis van Tobias Kabos, kwam wit er niet zelden lekker uit bij de nababbel. Bologan meldt 8.Pe5 niet en dat doet toch vermoeden dat die zet niet zo goed is. 8… Ld7. De enige zet voor zwart als hij zijn pion wenst te behouden. In onze analyse kwamen we tot 9.Pxd7 Dxd7, waarna Tobias 10.e3 voorstelde en er regelmatig goed (dat is: zonder nadeel) uitkwam met wit. Ik weet niet meer of we toen ook nog naar 10… Lxd2+ 11.Pxd2 Pcb4 12.Dxd7+ Kxd7 13.Ke2 b5 gekeken hebben, maar me dunkt dat zwart er hier wel in is geslaagd zijn pion te behouden.
Bologan geeft twee mogelijke zetten voor wit in plaats van 8.a3: 8. Db5 en 8.Lxb4. Ondertussen heb ik Viktor Kortchnois “My Best Games” deel 2 er even bij gepakt, want daarin staat ook een partij met deze variant. Een partij, waarin wit 8.Lxb4 speelde, waarbij Kortchnoi analyseert: “8.Db5 is niet goed hier wegens 8…Lxd2+ 9.Pbxd2 (of 9.Pfxd2 Pdb4!) 9…c3”. Einde variant. Zwart blijft een pion voor en dat is voor Kortchnoi voldoende. Bologan gaat iets verder en geeft een variant, waarin blijkt dat wit toch wel compensatie heeft 10.bxc3 Pxc3 11.Dd3 Pd5 12.0–0 0–0 13.Tac1 De7 14.e4 Pb6 15.Tfd1 Td8 16.Pb3; De partij Ivanchuk – Kortchnoi, Tilburg 1989 kende het volgende vervolg: 8.Lxb4 Pdxb4 9.a3 (tegenwoordig is 9.0–0 hier het meest gebruikelijk. 9.a3 geldt tegenwoordig slechts als een zijvariantje, ook in het boek van Bologan) 9…b5 10.Dxb5 Pc2+ 11.Kd2 Pxa1 (Bologan negeert deze zet en geeft 11…Ld7; ook al door Kortchnoi aangegeven, maar ik ga nog even door met Ivanchuk-Kortchnoi) 12.Dxc6+ Ld7 13.Dxc4 c5!! Ik ging nog even door met deze oude partij om maar weer eens aan te geven hoe de theorie zich blijft ontwikkelen. Nog geen kwarteeuw geleden ging Kortchnoi’s 13…c5 de wereldpers in als een fantastisch nieuwtje. En nu haalt het zelfs een openingsboek, geschreven door een vooraanstaand theoreticus, niet meer!
Maar goed. Pim speelde dus niet zo’n beste en na 8…Lxd2+ 9.Pbxd2 Pb6 10.Db5 0–0 volgde er weer een dubieuze: 11.0–0?! Pxd4 12.Pxd4 Dxd4 en zwart stond twee pionnen voor. De rest van de partij kan ik maar beter niet tonen. Ik won wel, maar pas na veel duw- en trekwerk en ook nog dankzij geblunder van Pim. Ik sprong namelijk niet zo zorgvuldig om met mijn pluspionnen! Maar goed, broer en Kaaieman wonnen ook, Manuel speelde remise, dus de volgende ronde van de beker is bereikt!
Nu door met het boek van Bologan! Er zijn vele strijdwijzen voor zwart, waarbij hij niet probeert een pion voor te blijven, maar waarbij hij gewoon zijn spel ontwikkelt en wit ondertussen zijn pion weer kan terugpakken. En aan het eind van zo’n hoofdstuk waarin een bepaalde strijdwijze is behandeld volgt dan een conclusie die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. “Black has definite problems here” lees ik aan het eind van het hoofdstuk waarin zwart in “Queens Indian Style” het Catalaans probeert te bestrijden. En als zwart het Catalaans bestrijdt in “Tarrasch style” kan wit rekenen op openingsvoordeel zonder al te veel moeite. Nee, doe dan maar zoals Kortchnoi en probeer die pion maar vast te houden. Dan heb je in ieder geval compensatie voor je mindere stelling! Neem nu hoofdstuk 10: “Combining Defence and Attack”. Hierin behandelt Bologan een andere manier voor zwart om op behoud van de pion te spelen en het vereist dan een scherpe aanpak van wit om zijn gelijk te halen. Zie het volgende potje maar eens:
Kopylov – Solleveld
Duitsland,2010
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.g3 dxc4 5.Lg2 a6 Kijk! Met de duidelijke bedoeling om met b5 die c-pion te gaan behouden. 6.Pe5 Precies wat Pim Groot zei: de “typisch Catalaanse zet” 6…Lb4+ Het wat merkwaardig ogende 6…Ta7 en het door onder andere Topalov gespeelde 6…c5 zijn de voornaamste alternatieven. 7.Pc3 Pd5 8.Ld2 b5 8…Pb6, kan ook, maar dan gaat wit uiteindelijk toch wel die pion op c4 terug winnen, aldus Bologan. 9.0–0 Lxc3 10.bxc3 f6 10…0–0 is het alternatief, waarna de strijd wat positioneler blijft. Nu wil zwart het dominante witte paard verdrijven en die optie wordt door wit keihard weerlegd: 11.e4 Pe7 12.Dh5+ g6
13.Pxg6 Pxg6 14.f4 c6 14…0–0 15.f5 Pe5 16.Lh6 is ook uiterst onaangenaam, aldus Bologan. 15.f5 Kf7 16.Lg5! Pd7 17.e5! Zwart wordt compleet toegetakeld en verliest kansloos. exf5 18.Txf5 Ta7 19.Taf1 Tc7 20.Txf6+ Pxf6 21.Txf6+ Kg8 22.Td6 Df8 23.Td8 Le6 24.Le4 Tc8 25.Txf8+ Pxf8 26.Lf6 1–0
Een keiharde overwinning, rechtstreeks vanuit de opening. Dat u niet denkt dat het Catalaans alleen maar positioneel geschuif is. The Powerful Catalan lijkt me een uitstekend boek om mee van start te gaan als u het Catalaans wilt gaan spelen. Maar volgens Bologan zelf is dat nog onvoldoende als ik zijn eigen inleiding mag geloven. Die beveelt voor verdere studie nog een boek van Boris Avrukh aan. Hee! Daar had Pim Groot het ook al over. Dat zal toch niet inhouden dat we Bologans boek helemaal niet nodig hebben?
Terwijl ik dit verhaal aan het afronden ben volg ik live ronde drie van het schaaktoernooi in Groningen. De Duitser Hausrath probeert met zwart de Catalaanse pion voor te blijven tegen Sipke Ernst. Maar verdorie! Al na zeven zetten zie ik niet meer in welk hoofdstuk die partij nu eigenlijk thuis hoort. Sipke’s 7.Pc3 staat er niet in! Bologan zegt daar 7.Dc2! Wat nu?
Nou, gewoon een eind aan het verhaal breien. Dan mag de lezer het zelf uitzoeken. Als Hausrath wint, heeft Bologan gelijk! We wachten het af…
(Richard Vedder)
Te bestellen bij: