Een jaartje survival
Ga je op sollicitatiegesprek, dan loopt dat ongeveer zo: “U bent dus al 53. Oh. Hm. En wat is uw vroegere werkervaring?” “Ik was altijd schaker.” “Schaken! En viel daar wel een beetje van te leven?”
Say what?
Wat zullen we nu krijgen? Dit type vraag hoorde je vroeger vaak in Duitsland, maar bij ons juist zelden. Wij hebben een schaakcultuur en -traditie, in ieder geval toch sinds Max Euwe wereldkampioen werd (1935, voor de jonkies). In de tweede helft van de jaren ’80, toen ik nr. 2 van Nederland was, heb ik heel veel simultaans gegeven. Vaak bij clubs die hun 50-jarig jubileum vierden. Het schaken en de schakers werden gerespecteerd. Zelfs kinderen uit regenten- en professorenfamilies kozen ervoor.
Dit wordt ‘m niet
Het gesprek gaat verder. “Kunt u goed programmeren?” “Nou ja, mijn eigen bezigheden kan ik wel goed inplannen.” “Huh? U hebt dus niet veel met computers?” “Och, met databases heb ik wel de nodige ervaring.” “Juist. En hoe maakt u het liefst uw documenten aan?” “Ja, het liefst, en ook wel het vaakst, op papier. Ik schrijf nu eenmaal veel sneller dan ik typ.” “Op papier! Tjonge. Hm.” “Maar ik ben intelligent en gemotiveerd. En ik leer snel.” “Ja, ja, natuurlijk. Prachtig. Nou mijnheer Van der Wiel, u, eh, hoort nog van ons.”
Moeilijke tijden
Gelukkig was dit alles geheel fictief. Ik heb geen solliciteerneigingen en zo te zien zou ik daarvan ook niet veel verwachten. Laat mij maar lekker eigen baas blijven. Met de almaar toenemende werkloosheid is het voor mijn generatiegenoten sowieso niet eenvoudig om aan de bak te komen. Datzelfde geldt voor de schaakwereld, waaraan de economische malaise uiteraard niet onopgemerkt voorbijgaat.
L’Ami
Het is geen toeval dat van zijn lichting Erwin l’Ami een van de zeer weinigen is, die besloten heeft om voluit schaakprofessional te zijn. Ik juich dat toe. Om tegen de mondiale top op te kunnen boksen, is heel veel tijd en energie nodig. Erwin heeft zich dusdanig doorontwikkeld, dat als het een keertje goed meezit, hij bij een EK zoals onlangs in Polen plaatsvond, in het rijtje winnaars kan eindigen. Ditmaal zat het niet mee, want hij scoorde met een keurige 7 uit 11 wel wat ratingwinst, maar net een halfje te weinig om zich te plaatsen voor de FIDE World Cup.
Schaakzomer?
Wat Erwin tegen heeft, is de timing. Tijdens de Koude Oorlog werden de Russen netjes binnenshuis gehouden, terwijl hier het Fischer- (en ook wel Donner- en Timman-) effect veel goeds inspireerde. Anno 2013 moeten veel toernooien vechten om voort te bestaan. In Roosendaal is dat helaas niet gelukt met het (ex-) LBV toernooi. Nu lijkt me dat van tijdelijke aard, want er loopt daar een grote, enthousiaste groep schaakorganisatoren en -medewerkers rond en zodra er weer voldoende sponsoring gevonden wordt, moet de renaissance lukken. De andere klassiekers in Nederland gaan gelukkig wel door, al is het allemaal op heel minimale basis. S.P. Amsterdam en H.Z. Vlissingen zijn leuke evenementen met een fijne grote speelzaal, maar qua condities is er heel weinig mogelijk. Voor mij zeker.
Grote plannen?
Het zal wel niet veel spelen worden deze zomer. Op zich niet zo erg. Tijdens hittegolven functioneer ik toch niet, dus dan spelen kost alleen maar punten. Een nieuw bridge-partnership opbouwen staat o.a. op het programma: vergt ook tijd. Voorts loop ik met de gedachte, ooit een (schaak-) boek te schrijven. Kan nog jaren duren, eer het uitkomt, maar de formule begint al vaste vorm aan te nemen. Daar wil ik verder nog niets over verklappen, maar ik zou kunnen beginnen materiaal aan te maken of in te delen. Nieuw materiaal voor trainingen selecteren, de laatste jaren sowieso vaste prik. Aangezien ik vrijwel alleen eigen materiaal gebruik, gaat daar ook aardig wat tijd in zitten. En tenslotte veel fietsen. Zonder doping!
Ja, maar dan
De experts weten het al: volgend jaar gaat onze economie weer groeien! Geen wonder, met al die tickets naar Sochi en Brazilië en aan te schaffen oranje-uitrustingen. Potentiële en ex-sponsors halen opgelucht adem. Eindelijk mogen ze weer investeren in de mooiste denksport! De economie is net als brabantse nachten. Ze komen maar langzaam op gang,…. Of ik echt zo tegen de nabije toekomst aankijk? Ooit ben ik religieus opgevoed. Je kan het niet zien, je moet het geloven. Ergo: I’m a believer (en geen visionair). Aldus met de neuzen reikhalzend naar de toekomst gericht, laten wij onszelve en alle anderen een prachtige (schaak-) zomer toewensen!
(John van der Wiel)
(Foto copyright: archief schakersinfo/Maaijveld)