Recensie door Renzo Verwer van “Een Schaakleven in 100 Partijen”
‘Karel van der Weide (1973) was als schaker te sterk voor de amateurs, maar te zwak voor de echte wereldtop’, zo meldt de flaptekst van Een Schaakleven in 100 Partijen. En dat lijkt me een mooie omschrijving. De schaakgrootmeester bespreekt in dit zojuist bij Thinkers Publishing verschenen boek 100 van zijn partijen (en jawel: ook verliespartijen). Uiteraard staan er ook verhalen in. Wat mij betreft staat dé centrale passage op pagina 237:
Nadat hij een wilde vierde zet speelt, schrijft Van der Weide:
‘Ik vermoed dat mijn leermeester nu wit weg trekt. Hoe vaak heeft hij het niet gezegd: ‘Karel, speel nou eens rustig.’ Goede Genna, ik kan het niet. Ik heb het geprobeerd. De hele winter heb ik mij geweid aan de partijen van Botwinnik en Smyslov. Het masseren van een geïsoleerde pion, een structuurvoordeeltje, planmatig stukken omspelen. Allemaal schitterend, maar mijn temperament… Ik wil winnen en het liefst zo gewelddadig mogelijk. Een eenzame strijder, zoekend naar fortuin en glorie in een wereld waar iedereen misbaar is, die probeert door spectaculair schaak in de overleveringen te komen.’
Het is mooi om deze zelfkritiek te lezen. Want in dit boek en in zijn eerder verschenen Schaken voor huisvrouwen (Arbeiderspers, 2008) zie je inderdaad het wanhopige (?) streven van de eenzame ridder op zoek naar de heilige graal. De zoektocht naar succes, de zoektocht naar erkenning door schakers en niet-schakers. Maar die queeste is moeilijk – en dat beseft Van der Weide heel goed. Enerzijds weet hij dat hij met zijn niveau geen topper is, anderzijds wil hij graag erkenning om de toernooien die hij wél gewonnen heeft.
Ik zou graag meer van dergelijke passages over karakterzwaktes zien. Van der Weide schrijft bijvoorbeeld in het begin dat hij in zijn puberteit amper schaakt en veel tv kijkt. Die ene zin schreeuwt om uitleg en toelichting. Wat gebeurde er? Pijnlijke zaken? Mooie zaken? Van der Weide werd in 1985 samen met Loek van Wely Nederlands jeugdkampioen t/m 13 jaar, net voor Henk Ochtman! Van Wely, nota bene een jaar ouder dan de Amsterdammer, bereikte wel de Nederlandse en internationale schaaktop. Nog altijd wil ik weten: wat ontbeerde Van der Weide wat Van Wely wel had? Talent, motivatie, spelinzicht? Mogelijkheden? Stimulerende ouders? Wat ging er ‘mis’? Ging het wel mis – immers Loek is nog steeds schaker en moet dat mogelijk zijn hele leven blijven doen; Karel werkt hard aan een politieke carrière bij de SP.
Desgevraagd zegt Van Wely nu: ‘We zijn wel een andere kant op gegaan sindsdien. Waarom? Ik denk door verschillen in gedrevenheid en mentale hardheid… en waarschijnlijk was ik ook gewoon veel beter’.
Mijn wens naar meer extreem-reflectieve passages komt waarschijnlijk door het prachtboek dat ik nu lees: Barbellions Dagboek van een teleurgesteld man. Natuurvorser Barbellion (1889-1919) beschrijft hierin, zonder klagerig te zijn, op meedogenloze wijze zijn leven. Zijn successen en mislukkingen. Het is natuurlijk oneerlijk de schaker met deze grote literator te vergelijken, en dat doe ik daarom verder ook niet. Van der Weide geeft een mooi inzicht in het harde schakersleven in honderd PARTIJEN. En die partijen mogen er zijn, voorzover ik kan beoordelen. En vanwege de vele fouten die gemaakt worden zijn ze leuk en leerzaam voor de modale schaker. Van der Weide in zijn verantwoording: ‘De lezer moet de kwaliteit van mijn partijen ook niet te serieus nemen’.
Deze schaakmemoires worden ongetwijfeld over een jaar of wat opgevolgd door Van der Weides ‘Memoires uit een stadsdeel’. Ook die zal ik weer lezen!
Een schaakleven in 100 partijen / Karel van der Weide. Gent : Thinkers Publishing. 2015. 264 p. EURO 19,95.
Eind dit jaar zal bij Thinkers Publishing http://www.thinkerspublishing.com/forthcoming-publications/ het boek van die andere kampioen t/m 13 jaar uitkomen: Loek Van Wely – The World According to King Loek.
Pagina’s: 264
Prijs: 19.95 Euro